Een heroverweging van gesitueerde vrijheid: feminisme en de mogelijkheden tot handelen

Vragen met betrekking tot de situatie van vrouwen blijven centraal in feministische debatten vandaag de dag. Ambivalente ontwikkelingen rond #MeToo dwingen tot een feministische heroverweging op het gebied van gegenderde mogelijkheden. Dit onderzoek tracht daar een bijdrage aan te leveren door zich te buigen over de relatie tussen het actorschap en gesitueerde vrijheid van vrouwen in de eenentwintigste eeuw. Dit onderzoek zal zich richten op drie vooraanstaande feministische benaderingen zoals die te vinden zijn in het werk van Simone de Beauvoir, Judith Butler and Rosi Braidotti. Hoewel deze laatste twee denkers het raamwerk van vrijheid hebben ingewisseld voor actorschap, heeft recent feministisch onderzoek aangetoond dat actorschap het concrete handelen reduceert tot een abstracte potentie. Beauvoirs notie van gesitueerde vrijheid vormt een cruciale aanvulling op de hedendaagse notie van actorschap precies omdat het ons in staat stelt een realistische en concrete benadering te ontwikkelen van feministisch handelen. In dit project bestudeer ik de relatie tussen actorschap en gesitueerde vrijheid middels drie thema’s: de relatie tot anderen, (inter)lichamelijkheid en politiek handelen. Dit doe ik door een tekstuele interpretatie, waarna ik ieder thema duid binnen het hedendaags maatschappelijk raamwerk omtrent #MeToo. Hoe te handelen wanneer ‘zijn’ en ‘kunnen’ grotendeels afhangen van de betekenissen die aan je relatie tot anderen en je lichaam zijn toegekend?