< Terug naar vorige pagina

Project

Het Van Wiechen Onderzoek in Vlaanderen, een gemodificeerde versie van de Denver Developmental Screening test: nu en in de toekomst

Zowel bij Kind en Gezin (K&G) in Vlaanderen als bij het consultatiebureau (JGZ 0-4) in Nederland wordt het Van Wiechenonderzoek (VWO) al vele jaren gebruikt om de ontwikkeling van kinderen tussen de geboorte en de leeftijd van 4 jaar en 6 maanden longitudinaal te volgen. Longitudinale monitoring is vooral in de eerste levensjaren van belang om tijdig preventief te kunnen ingrijpen, indien nodig. Het VWO is een aangepaste versie van de Denver Developmental Screening Test (DDST) en omvat de domeinen 1) fijne motoriek, aanpassing, persoonlijkheid en sociaal gedrag, 2) communicatie, en 3) grove motoriek. Voor de DDST in lage- en middeninkomenslanden is bewezen dat hij een goede interne validiteit heeft, de meest haalbare van alle korte tests is en de meest valide multidimensionale test is. De validiteit van het VWO is echter nooit onderzocht. Onlangs is in Nederland gebleken dat de referentiewaarden niet langer adequaat zijn, noch voor à terme, noch voor prematuren. Aangezien vooral de eerste 1000 dagen van zuigelingen belangrijk zijn voor toekomstige gezondheid en welzijn, is ons doel te onderzoeken hoe effectief en geschikt de uitvoering en inhoud van het VWO zijn voor het volgen van de ontwikkeling van kinderen gedurende de eerste levensjaren zoals dat in K&G gebeurt. Daarnaast willen we de bevindingen ook vergelijken met die in een Nederlandse populatie, aangezien de samenstelling vergelijkbaar is met de Vlaamse populatie. Daarom willen we de volgende onderzoeksvragen beantwoorden: 1. Hoe wordt het VWO in K&G in Vlaanderen toegepast: in hoeverre worden de verschillende kenmerken systematisch opgevolgd en geregistreerd? 2. Welk percentage kinderen van 0-3 jaar in Vlaanderen voldoet aan de verschillende VWO-kenmerken (in relevante kenmerkspecifieke leeftijdsinterval)? 3. Hoe zijn verschillende risicofactoren (zwangerschapsduur, gewicht per zwangerschapsduur, sociaal-economische status, herkomst en geslacht) geassocieerd met het bereiken van VWO-kenmerken. 4. Kan het VWO bij te vroeg geboren kinderen worden gevalideerd met de Bayley en de Ages and Stages Questionnaire (ASQ) ? 5. Zijn de resultaten voor onderzoeksvragen 1-4 vergelijkbaar met de resultaten in Zeeland (Nederland)? In deze studie worden gegevens verkregen uit de JGZ-bestanden in Vlaanderen (N ≈ 180.000) en Zeeland (Nederland; N ≈ 10.000) van kinderen van 3 opeenvolgende geboortejaren. In een deelsteekproef voor onderzoeksvraag 4 zullen ook aanvullende gegevens worden verzameld. Meer specifiek zullen gegevens worden verzameld door het uitvoeren van de Bayley en ASQ, en door ouderlijke vragenlijsten gericht op enkele achtergrondkenmerken. Deze gegevens zullen na toestemming van de ouders gekoppeld worden aan de digitale gegevens. Gegevens uit de digitale K&G bestanden zijn onder andere leeftijd, meerlingzwangerschap, opleidingsniveau het VWO, zwangerschapsduur en geboortegewicht. Andere gegevens in de deelsteekproef zijn opleidingsniveau en herkomst van de ouders, moedertaal en ontwikkelingsscores (van Bayley en ASQ) op 2-jarige leeftijd.

Datum:9 jan 2023 →  28 feb 2023
Trefwoorden:Child Development, Developmental Assessment Tool, Developmental Delays, Early Identification
Disciplines:Pediatrie, Epidemiologie, Preventieve geneeskunde
Project type:PhD project