< Terug naar vorige pagina

Project

Voorbij de intenties van de ontwerper. Een semiotische verkenning van de interpretatie en en appropriatie van technologie.

Interactieve technologie wordt altijd ontworpen met een specifiek doel voor ogen. Tegelijk is het in Human-Computer Interaction (HCI) een bekend fenomeen dat technologie niet altijd gebruikt wordt zoals bedoeld door de ontwerpers. Met andere woorden: technologiegebruik is geen passieve receptie. Tijdens hun gebruik geven gebruikers vaak een nieuwe betekenis aan de technologie die ze gebruiken. Dat fenomeen wordt vaak omschreven als domesticatie, appropriatie, of interpretatie van technologie (Salovaara 2012). 

Dit appropriatieproces werd al bestudeerd vanuit verschillende invalshoeken, zoals cognitieve wetenschap (Salovaara, 2012), design (Dix, 2007; Dourish, 1999), Information Systems (Carroll, 2004), en Science and Technology Studies (Akrich & Latour, 1992). Hoewel al die verschillende perspectieven verschillende inzichten bieden in bv. de sociale structuren en relevante cognitieve processen, blijft men appropriatie van technologie in HCI vaak bestempelen als fascinerend - gebruikers zijn creatiever dan ontwerpers vermoeden - of een mislukking - ontwerpers zijn er niet in geslaagd om in de dagelijkse behoeften van gebruikers te voldoen (Salovaara et al., 2011). In deze literatuur is de specifieke rol van design en gebruikersinterfaces in de appropriatie van technologie nog onderbelicht. We presenteren daarom een methode om de gebruikersinterpretaties van technologie te analyseren, op basis van een analyse van de gebruikersinterface aan de ene kant, en van de gebruikersinterpretaties aan de andere kant. Met deze aanpak kunnen we vaststellen in welke mate de interfaces een invloed hebben op appropriatie, door de interpretatie van gebruikers te sturen. 

We bekijken de relatie tussen de gebruikersinterface en de gebruikersinterpretaties als een relatie tussen designstrategieën en gebruikerstactieken (De Certeau, 1984). Enerzijds hebben ontwerpers vaak specifieke intenties wanner ze technologie ontwerpen: die intenties verwerken ze in het ontwerp als structurele designstrategieën, zoals functionaliteit en affordances. Die strategieën hebben als doel om specifieke gebruikersinteracties te suggereren, of zelfs op te leggen. Samen vormen de strategieën een theoretisch, "interactief potentieel" van de gebruikersinterface. Anderzijds vormen specifieke gebruikersinteracties een concrete invulling van dat interactief potentieel. Gebruikers kunnen binnen de grenzen van de designstrategieën blijven, maar ze kunnen ook tactieken ontwikkelen om de strategieën te omzeilen, en de technologie dus te gebruiken op nieuwe, onvoorziene manieren. 

Deze analyse van designstrategieën en gebruikerstactieken benaderen we met etnografische technieken enerzijds, en multimodale semiotiek anderzijds (Kress, 2011). De multimodale aanpak gebruiken we om de in de technologie verwerkte designstrategieën te analyseren. Op die manier beschrijven we hoe de technologie de gebruikersbeleving vormgeeft en controleert. Daarnaast gebruiken we etnografische technieken om te onderzoeken hoe gebruikers de technologie gebruiken, en hoe ze die interpreteren vanuit hun specifiek standpunt. De combinatie van etnografie en multimodale semiotiek leidt dan tot een gedetailleerd begrip van de manier waarop designstrategieën in de technologie de gebruikers begeleiden, en hoe gebruikers op hun beurt specifieke tactieken gebruiken om te weerstaan aan de designstrategieën. Zo’n gedetailleerd inzicht in gebruikerstactieken in interpretatieve processen kan op zijn beurt ontwerpers helpen om interactieve technologie te ontwerpen. Inzicht in de verhouding tussen designstrategieën enerzijds en gebruikerstactieken anderzijds kan ontwerpers helpen om nieuwe designs niet op slechts één gebruikersinterpretatie toe te spitsen, maar rekening te houden met de realiteit van uiteenlopende gebruikersinterpretaties. 

 

Bronnen

Akrich, M., Latour, B. (1992) A Summary of a Convenient Vocabulary for the Semiotics of Human and Non-Human Assemblies. In: Shaping Technology/Building Society. Studies in Sociotechnical Change, Bijker, W.E., Law, J. (Eds.), pp. 259--264,  Cambridge, MA: MIT Press.

Carroll, J. (2004) Completing Design in Use: Closing the Appropriation Cycle, In: Proc. ECIS 2004. Paper 44.

De Certeau, M. (1984) The Practice of Everyday Life. London, UK: University of California Press.

Dix, A. (2007). Designing for Appropriation. In: Proc. British HCI 2007, p. 27-30, Swindon, UK: British Computer Society.

Dourish, P. (1999). Evolution in the Adoption and Use of Collaborative Technologies. In: Proc. ECSCW’99 Workshop on Evolving Use of Groupware.

Kress, G. (2011). ‘Partnership in Research’: Multimodality and Ethnography. Qualitative Research 11(3): 239-260.

Salovaara, A., Höök, K., Cheverst, K., Twidale, M., Chalmers, M., Sas, C. (2011) Appropriation and Creative Use: Linking User Studies and Design, In: CHI ’11 EA, pp. 37-40. New York, NY: ACM Press.

Salovaara, A. (2012). Repurposive Appropriation and Creative Technology Use in Human-Computer Interaction. Niet-gepubliceerde doctoraatsthesis, Helsinki Institute for Information Technology, Helsinki, Finland. 

Datum:13 jan 2012 →  26 apr 2017
Trefwoorden:Human-Computer Interaction, Semiotics, Technology appropriation
Disciplines:Communicatiewetenschappen, Journalistiek en professioneel schrijven, Media studies, Andere media en communicatie, Andere humane wetenschappen en de kunsten, Andere filosofie, ethiek en religiestudies niet elders geclassificeerd
Project type:PhD project