Transfer van training naar de werkplek: Naar een begrip van de multidimensionele rol van de direct leidinggevende

Ten gevolge van steeds veranderende uitdagingen op de arbeidsmarkt, investeren organisaties stevig in trainingsprogramma’s voor hun medewerkers. Dit met de verwachting dat training de competenties van medewerkers zal verhogen en dat dit op zijn beurt de prestaties van de individuele medewerkers en van de organisatie als geheel zal verbeteren. Opdat training tot deze uitkomsten kan leiden, moet het eerst getransfereerd worden naar de werkplek. Dit betekent dat medewerkers de competenties die verworven worden in training effectief toepassen in hun job en dat dit leidt tot betekenisvolle veranderingen in hun werkprestatie (Blume, Ford, Baldwin, & Huang, 2010; Newstrom, 1986). Onderzoek toont echter aan dat transferuitkomsten eerder laag zijn en dat er slechts een minimale return on investment is van trainingen. Talloze empirische studies hebben zich dan ook gericht op het onderzoeken van transfer van training naar de werkplek en meer bepaald de factoren die deze transfer kunnen beïnvloeden.

Eén van die factoren is de ondersteuning van de direct leidinggevende, die één van de meest kritische factoren in de werkomgeving blijkt te zijn die transfer van training positief beïnvloeden (zie Brinkerhoff & Montesino, 1995; Chiaburu, Van Dam, & Hutchins, 2010; Clarke, 2002; Colquitt, LePine, & Noe, 2000; Cromwell & Kolb, 2004; Hawley & Barnard, 2005; Lim & Johnson, 2002). In algemene termen verwijst steun van de leidinggevende naar de mate waarin de leidinggevende het gebruik van het geleerde bij de medewerker weet te steunen en te bekrachtigen (Holton, Bates, Seyler, & Carvalho, 1997). Steun van de leidinggevende is echter voor het merendeel onderzocht als een generiek construct, waardoor er hiaten in de literatuur blijven wat betreft de specifieke acties van de leidinggevende die transfer faciliteren (Baldwin & Ford, 1988; Hawley & Barnard, 2005; McSherry & Taylor, 1994; Van Der Klink, Gielen, & Nauta, 2001). Het blijkt dus interessant om de rol van de leidinggevende in transfer van training naar de werkplek in meer detail te bestuderen (Van der Klink et al., 2001).

Het doel van dit doctoraatsproject is dus om de theoretische onderbouwing van de rol van de leidinggevende in transfer verder uit te breiden en meer inzicht te verwerven in de relatie tussen ondersteuning van de leidinggevende en transfer van training. Meer bepaald zal de focus liggen op het onderzoeken van de rol van de leidinggevende in termen van specifieke gedragingen en attitudes die leidinggevende kunnen stellen om transfer naar de werkplek te faciliteren.