< Terug naar vorige pagina

Project

Opvattingen en praktijken van aanstaande leraren geschiedenis met betrekking tot de verhouding tussen heden en verleden in het geschiedenisonderwijs.

Hedendaagse West-Europese maatschappijen koesteren uiteenlopende en ook deels tegenstrijdige verwachtingen ten aanzien van geschiedenisonderwijs. Geschiedenisonderwijs wordt aanzien als een autonome introductie in de cultuur, als een bijdrage tot de vorming van kritische, democratisch ingestelde wereldburgers en als een introductie in de wetenschappelijke discipline. Achter deze opvattingen gaan niet alleen uiteenlopende verwachtingen tegenover onderwijs in het algemeen schuil, maar ook verschillende visies over de verhouding tussen heden en verleden. In dit onderzoeksproject staat de vraag centraal hoe toekomstige leraren in Vlaanderen omgaan met de conflicterende verwachtingen aangaande de positie van heden en verleden die uit eindtermen en leerplannen spreken. Het onderzoek bestaat uit de ontwikkeling, optimalisering en wetenschappelijke valorisering van twee 'assessment tools', een vragenlijst en een set gedragstaken. Antwoorden worden gezocht op vragen als: welke rol speelt het heden in opvattingen van aanstaande leraren over goed geschiedenisonderwijs? Sluiten hun (beginnende) praktijken hierop aan? Tekenen er zich verschillen af tussen studenten in de professionele bacheloropleidingen en academisch gevormde studenten uit de universitaire lerarenopleidingen?
Datum:1 jan 2010 →  30 apr 2012
Trefwoorden:Prospective teachers, Ideas and practices, Assessment rools, History education
Disciplines:Geschiedenis, Onderwijskunde, Onderwijscurriculum