< Terug naar vorige pagina

Project

Sociale competentie bij leerlingen in de basisschool: conceptualisering, assessment en de implementatie van de set 'EMOscoop' als interventie

Dit onderzoek heeft als doel bij te dragen tot het inzicht in de sociaal-emotionele competentie van basisschoolleerlingen en in de ontwikkeling ervan. Eerst worden de psychometrische kenmerken van een nieuw ontwikkeld instrument – de Domino Test voor Sociaal-emotionele Competentie (DOTSEMC) – verkend. Vervolgens wordt de impact onderzocht van een interventie waarin de educatieve set ‘EMOSCOOP’ als tool wordt ingezet. Ten slotte wordt de rol nagegaan van leerlingbetrokkenheid  tijdens de activiteiten (in de betekenis van ‘engagement’) op de effecten van de interventie. Het project is in zijn design en instrumenten in hoge mate schatplichtig aan het project Ervaringsgericht Onderwijs, zijn concepten en praktijk. De verhandeling bestaat uit drie artikels, die elk een van de verder beschreven onderzoeksdoelen dekken.

In de eerste studie wordt de validiteit en de betrouwbaarheid van de Domino Test onderzocht.  De DOTSEMC behoort tot de categorie van prestatie-gebaseerde (‘performance based’) metingen en peilt naar het vermogen van kinderen om menselijk gedrag en emoties in een sociale context te bevatten. De opdracht bestaat erin om een verhaallijn te construeren met behulp van twee sets met kaarten waarop sociaal-interactieve situaties zijn afgebeeld met terugkerende personages. Na het leggen van de reeks wordt gevraagd de verhaallijn te beschrijven en de gevoelens te vermelden die men bij de figuren kan herkennen.

 Het onderzoek werd uitgevoerd in het schooljaar 2014/2015 in zes derde leerjaren van Poolse basisscholen. Uit de analyse blijkt de betrouwbaarheid van aanvaardbaar niveau. Bovendien kon de test een unieke variantie in de scores verklaren, in relatie tot een andere gevalideerde prestatie-gebaseerde meting van emotioneel bewustzijn (emotional awareness). In het algemeen leverde het onderzoek een eerste aanwijzing op voor het vermogen van de DOTSEMC om het begrijpen van sociaal-emotionele te meten en inadequaat sociaal gedrag bij kinderen te voorspellen.

                Het tweede onderzoek had tot doel de impact van een interventie gebaseerd op de ‘EMOSCOOP’ na te gaan. Het betreft een set van materialen ontwikkeld om kinderen te helpen gevoelens bij zichzelf en bij anderen te herkennen en te begrijpen. Hierbij werd uitgegaan van een quasi-experimenteel design gecombineerd met een pre- en posttest meting. Het onderzoek had plaats tijdens het schooljaar 2014/2015. De steekproef bestond uit zestien derde leerjaren van Poolse basisscholen. Acht klassen fungeerden als controlegroep en evenveel hoorden tot de experimentele conditie. In deze laatste groep hadden vijf sessies plaats waarin de EMOSCOOP-activiteiten werden uitgerold. Tot de data-verzameling hoorden vragenlijsten voor leerkrachten, de afname van op performantie gebaseerde tests en peer-nominatie. Een multilevel regressie analyse bracht aan het licht dat kinderen in de experimentele groep significant positief evolueerden op de test met betrekking tot het bewustzijn van eigen emoties en die van anderen. Bovendien rapporteerden leerkrachten (op basis van beoordelingsschalen) een daling in hyperactiviteit, gedragsproblemen en algemene problemen. Er werd geen effect gevonden voor leerkracht inschattingen van pro-sociaal gedrag, emotionele problemen en problemen in de interactie met peers alsook coöperatief gedrag met peers.

                 De derde studie ging de bijdrage na van het niveau van betrokkenheid tijdens de activiteiten op de resultaten van de tests. Om dit te onderzoeken werd een deel van de beschikbare data van de interventiestudie benut. Om de mate van betrokkenheid (hoge, intrinsiek gemotiveerde concentratie) in kaart te brengen werd de beproefde scanning procedure gebruikt, waarbij opeenvolgend individuele kinderen gedurende twee minuten worden geobserveerd en een score toegekend krijgen gebaseerd op de Leuvense Betrokkenheidsschaal. Het onderzoek toont aan dat kinderen tijdens de activiteiten in hoge mate betrokken waren – waarbij de meisjes een iets hogere score haalden. Evenwel, tegen de verwachtingen in, wijst de multilevel regressie analyse het niveau van betrokkenheid aan als een negatieve voorspeller van leerkracht gerapporteerde prosociaal gedrag en positief voor gedragsproblemen. Daartegenover staat dat betrokkenheid in positieve zin coöperatief gedrag gerapporteerd door de leerlingen in de posttest voorspelt. Er werd geen effect gevonden van betrokkenheid op emotioneel bewustzijn, het begrijpen van sociale situaties en problemen in de omgang met peers. 

Datum:21 jan 2009 →  22 okt 2019
Trefwoorden:socioemotional competence, Experiential Education, primary school
Disciplines:Onderwijscurriculum, Onderwijssystemen, Algemene pedagogische en onderwijswetenschappen, Specialistische studies in het onderwijs, Andere pedagogische en onderwijswetenschappen
Project type:PhD project