< Terug naar vorige pagina

Project

Peer learning is opleidingen (bedrijfsopleidingen en lerarenopleiding).

Er is reeds veel geweten over de effectiviteit van peer assisted learning en peer tutoring. Echter, procesgericht onderzoek blijft beperkt, hoewel dit type onderzoek als uitermate belangrijk gezien wordt in het verklaren van waarom bepaalde peer tutoring programmas werken en andere de verwachtingen niet of beperkt inlossen. In het bijzonder is het belangrijk om te begrijpen welke strategieën peer tutoren opnemen en hoe hun aanpak de leermogelijkheden binnen de leeromgeving beïnvloedt. Immers, diverse vormen van interactie stimuleren diverse manieren van leren (King, 1999). De nood om het gedrag van peer tutoren en hun invloed op het leerproces onder de loep te nemen vergroot als men bedenkt dat vandaag de dagonervaren tutoren, zoals peers, steeds vaker ingeschakeld worden in het  leerproces. Gezien hun kennis vaak impliciet, gefragmenteerden slecht georganiseerd is (Roscoe & Chi, 2007), en ze geconfronteerd worden met de dubbele rol van tutor en student (Colvin, 2007), ontstaat de vraag of én hoe peer tutoren kunnen bijdragen aan het leerproces van hun peers. Deze reflecties betekenden de start van dit doctoraatsproject.

Dit doctoraatsproject betrof twee onderzoeksfasen. In een eerste fase (hoofdstuk 1) werd het gedrag van peer tutoren van naderbij onderzocht door middel van een kwalitatieve casestudie. De resultaten toonden dat peer tutoren eerder directieve strategieën opnamen, dewelke weliswaar van een matig tot diepgaande kwaliteit bleken te zijn. Faciliterende strategieën werden echter minder geobserveerd en bleken ook eerder van algemene aard te zijn. Bovendien distilleerde deze studie een typologie van peer tutoren wat hun aanpak betrof,  i.e. motiverende organisatoren, informanten, en vragenstellers. Tevens werden diverseuitdagingen gerapporteerd die peer tutoren ervaarden tijdens het procesvan tutoring. Tot slot bleek dat de diverse typen peer tutoren tutoring anders ervaarden. 

De tweede onderzoeksfase bouwde verderop de resultaten van de eerste fase en bestond uit vier empirische studies (hoofdstukken 2-5). Meer bepaald werd beoogd zowel de effecten van twee specifieke tutor aanpakken op het leren van de student te bestuderen, alsook om de dynamieken die beide tutor aanpakken genereren in de leeromgeving onder de vorm van opgenomen leer(inter-)acties door de student in kaart te brengen. Een grootschalige quasi-experimentele studie werd opgezet die enerzijds een directieve tutor aanpak en anderzijds een faciliterende tutor aanpak induceerde. Zowel hoofdstuk 2 als 3 rapporteerden over de effecten van beide tutor aanpakken op de kennis- en begripsverwerving, en de eigenlijke vaardigheidsprestatie van studenten. Hoofdstuk 2toonde dat terwijl er geen verschil bleek tussen de beide leeromgevingen wat betreft de kennis- en begripsverwerving, en de eigenlijke vaardigheidsprestatie, er wel een interactie-effect bleek te bestaan tussen de tutor aanpak en de vakspecifieke voorkennis van studenten. In het bijzonder werd duidelijk dat studenten met een lage vakspecifieke voorkennis beter scoorden wat hun kennis- en begripsverwerving betrof indien ze begeleid werden door een faciliterende peer tutor, terwijl het omgekeerde opging voor de studenten met een sterke vakspecifieke voorkennis. In hoofdstuk 3 werden deze resultaten meer gedetailleerd bekeken aan de hand van vakspecifieke voorkennisgroepen. Deze resultaten nuanceerden de conclusie in hoofdstuk 2. Het werd duidelijk dat de tutor aanpak enkel een rol speelde in de groep van studenten met geen of beperkte vakspecifieke voorkennis. Hoofdstuk 4 focuste op de leer(inter-)acties die studenten opnamen in beide specifieke leeromgevingen. De hoofdconclusies toonden dat studenten die door een directieve peer tutor begeleid werden eerder getuigden van non-elaborerende acties, of de specifieke hulp van hun peer tutor zelfs negeerden. Ook informele opmerkingen werden vaker geobserveerd, alsook meer vragen ter bevestiging of gerelateerd aan het examen. Faciliterend begeleide studenten gingen eerder over tot elaborerende acties die bovendien van een diepgaande kwaliteit bleken te zijn. Echter, deze studenten stelden veel verduidelijkingsvragen, wat doet vermoeden dat ze duidelijkheid misten. Vragen ter bevestiging of betreffende het examen werden minder geobserveerd. Hoofdstuk 2 en 5 beoogden de percepties en ervaringen van studenten in beide leeromgevingen te onderzoeken. Directief begeleide studenten bleken meer tevreden over de leeromgeving, maar hun gerapporteerde ervaringen waren eerder oppervlakkig van aard. Faciliterend begeleide studenten uitten daarentegen meer diverse en meer diepgaande ervaringen. Deze studenten gaven aan dat de leeromgeving hen stimuleerde tot diepgaand en kritisch leren. 
Datum:1 okt 2008 →  21 sep 2012
Trefwoorden:Peer learning, corporate training, teach
Disciplines:Onderwijssystemen, Onderwijscurriculum, Onderwijskunde, Algemene pedagogische en onderwijswetenschappen, Specialistische studies in het onderwijs, Andere pedagogische en onderwijswetenschappen
Project type:PhD project