< Terug naar vorige pagina

Project

Verlengde productiecyclus bij leghennen

Huidige leghenhybriden zijn geschikt om tot gemiddeld 75-80 weken aangehouden te worden en 360 eieren te produceren. De gebruikelijke productiecyclus is echter maar 60 weken, omdat de opfokperiode van jonge poeljen ongeveer 20 weken bedraagt. Het langer aanhouden van leghennen, mogelijks tot 100 weken leeftijd, wordt nagestreefd om duurzamer te produceren alsook om de winstmarge te vergroten. Het verlengen van de productiecyclus betekent dat de investeringen (oa. poeljekost, voeder) zijn gebalanceerd door een langere productieve periode en het vervangen van het koppel, het laden en het reinigen minder frequent vereist zijn. Er zijn echter meerdere knelpunten bij en verlengde legcyclus: zowel afnemende eiproductie en verminderde ei- en botkwaliteit, alsook gezondheids- en welzijnsproblemen. Maar het belangrijkste knelpunt bij oudere leghennen is de reductie van eikwaliteit waardoor de eieren niet meer gewenst zijn op de markt. Meer bepaald de eischaalkwaliteit is onvoldoende om breukschade tijdens het productieproces of transport te voorkomen. Om de doelstelling van verlengde legperioden te kunnen realiseren tegen 2020, namelijk 500 eieren te produceren per hen tot 100 weken leeftijd, moeten aansluitend de genetische selectie, het leghennenvoeder en het management geoptimaliseerd worden. Daarom werd in dit doctoraatsonderzoek de focus gelegd op de rol van voeding en management, met het oog op het behoud van een goede schaalkwaliteit tijdens verlengde legperioden.

In de eerste fase, tijdens een veldstudie, werd er nagegaan hoe verschillende eikwaliteitsparameters veranderen met de leeftijd tijdens de laatste fase van de productie op leghennenbedrijven. Daarnaast, werden er productieproeven en verteringsproeven uitgevoerd, waarbij ook een alternatief voedingsconcept, nl. splitvoeding, getest werd als een potentiële voederverstrekkingsmethode om de eischaalkwaliteit te verbeteren bij oudere leghennen. In de tweede fase, werd er via praktijkproeven nagegaan of het concept van splitvoeding ook toepasbaar zou zijn op praktijkschaal voor commerciële eiproductie. Naast voedingsfactoren, werd ook het effect van een aangepast lichtschema getest tijdens een praktijkproef met als doelstelling jonge poeljen later in de leg te laten komen, wat zorgt voor een meer optimale ontwikkeling en mogelijks betere geschiktheid voor een lange productieperiode.

Tijdens de veldstudie werden er eieren verzameld op Vlaamse leghennen bedrijven op 60 weken leeftijd en op einde leg, wat gemiddeld 80 weken leeftijd was, ter bepaling van verschillende eikwaliteitsparameters. De resultaten toonden aan dat eikwaliteit inderdaad vermindert in de laatste fase van de leg, maar dat de variabiliteit tussen de eieren ook toeneemt. Echter, de eikwaliteit voldeed nog aan de kwaliteitsclassificatie van tafeleieren wanneer de leghennen geladen werden, wat aantoont dat in de praktijk koppels vervangen worden voordat er financiële problemen kunnen optreden door verhoogde breukschade.

Tijdens de productieproeven werd het alternatief voedingsconcept, nl. splitvoeding getest. Hierbij krijgen de leghennen twee verschillende voeders: gedurende de eerste helft van de dag een energie-, eiwit- en P-rijk, maar Ca-arm voeder en gedurende de tweede helft van de dag een Ca-rijk voeder met minder energie, eiwit en P. Dit in tegenstelling tot een conventioneel voedersysteem waarbij maar één soort voeder verstrekt wordt tijdens de dag. De hypothese was dat splitvoeding kan leiden tot een betere voederefficiëntie, en mogelijks ook tot een verbeterde Ca-benutting en schaalkwaliteit, door nutriënten aan te leveren op de tijdstippen dat ze vereist zijn. Tijdens de productieproeven werd niet alleen het Ca-gehalte, maar ook de partikelgrootte van de Ca-bron, (fijne (FK) of grove kalksteen (GK)), in het voeder gevarieerd tijdens dag. Bij bruine leghennen (72-83 weken) resulteerde splitvoeding met een ochtend-voeder zonder toegevoegde Ca-bron (0FK:0GK) en een namiddag voeder met 30FK:70GK, in een lagere voederopname en een verminderd percentage gebroken eieren in vergelijking met de conventionele voederbehandeling. Ondanks het lager percentage gebroken eieren, kon de schaaldikte niet verbeterd worden met splitvoeding. Bij witte leghennen (75-92 weken) resulteerde dezelfde split-voederbehandeling in een verhoogd eigewicht, maar had het geen effect op de eischaalkwaliteit. Voor witte leghennen blijkt dat hetzelfde Ca-gehalte, maar variërend qua bron, met name in de ochtend (50FK) en in de namiddag (50GK) tot de beste resultaten leidde.

Na de kleinschalige proeven werd er nagegaan hoe splitvoeding toegepast kan worden onder praktijkomstandigheden. Er werden verschillende praktijkproeven uitgevoerd, zowel met witte leghennen in verrijkte kooien, als met bruine leghennen in verrijkte kooien en in een volièresysteem. De resultaten in de verrijkte kooien tonden aan dat voor optimale productie en eikwaliteit, witte en bruine leghennen mogelijks verschillende voederstrategieën nodig hebben met betrekking tot het Ca-gehalte en de partikelgrootte in het voor- en namiddag voeder. Voor bruine leghennen kan het verstrekken van verschillende nutriënten in de voor- en namiddag mogelijks leiden tot minder gebroken eieren. Voor witte leghennen, zoals in de kleinschalige proeven aangetoond werd, had een constant Ca-gehalte en gevarieerde Ca-bron (partikelgrootte) meer voordelen. Echter, het effect van de voederbehandelingen op eischaalkwaliteit was beperkt. Verder, toonden de resultaten van de praktijkproeven in verrijkte kooien aan dat splitvoeding de voederomzet kan verbeteren bij oudere leghennen. In het volièresysteem was de praktische toepasbaarheid van splitvoeding een grotere uitdaging, en noch productie noch eikwaliteit kon verbeterd worden.

Naast voedingsfactoren werd ook het effect van een aangepast lichtschema getest met witte leghennen in een volièresysteem. De toegepaste schema's waren echter zeer vergelijkbaar en de verwachte vertraging van de seksuele maturiteit kon niet worden bereikt. Deze studie kan dus niet bevestigen dat poeljen die op een vertraagd lichtprogramma worden opgefokt, geschikter zouden zijn voor een verlengde productiecyclus.

Gebaseerd op de waarnemingen tijdens de veldstudie en de resultaten van het experimenteel werk, kan geconcludeerd worden dat commerciële leghenhybriden in 2017 het potentieel hebben om tot 100 weken leeftijd aangehouden te worden. Daarnaast, lijkt het doel om 500 eieren te produceren, reeds haalbaar te zijn in 2017. Uit de resultaten blijkt echter dat er aanzienlijke verschillen bestaan tussen leghen hybriden: witte hennen zijn meer geschikt voor een langere productiecyclus in vergelijking met bruine hennen, en dit zowel in verrijkte kooien als in volièresystemen. Splitvoeding, een alternatief voedingsconcept, bleek potentieel te hebben voor oude leghennen. Maar voor de succesvolle praktische toepassing van dit voederverstrekkingssysteem is een grondige kennis van het geïnstalleerde voedersysteem vereist. Hoewel Ca-supplementatie de belangrijkste voedingsfactor is die de eischaalkwaliteit beïnvloedt, moet ook rekening gehouden worden met aanvullende factoren gerelateerd aan de darmgezondheid. De darmgezondheid en de integriteit van de darmsegmenten, meer bepaald het duodenum (waar Ca en P geabsorbeerd worden) zijn een vereiste voor een goede schaalkwaliteit tijdens een productieve, langdurige legcyclus. Om de legcyclus succesvol te verlengen, is een algemene strategie nodig met daarin enerzijds geoptimaliseerde voeding met de nadruk op een verbetering van de schaalkwaliteit, en anderzijds diverse managementpraktijken met de nadruk op het aanpakken van specifieke gezondheids- en welzijnsproblemen (zoals botkwaliteit, darmgezondheid en vederpikken) bij verschillende hybriden, gehouden in verschillende huisvestingssystemen

Datum:1 okt 2013 →  10 nov 2017
Trefwoorden:laying hen, egg quality, extended production
Disciplines:Andere chemie, Voeding en dieetkunde, Productie van landbouwdieren, Levensmiddelenwetenschappen en (bio)technologie, Productie van landbouwgewassen, Landbouw, land- en landbouwbedrijfsbeheer, Andere landbouw, bosbouw, visserij en aanverwante wetenschappen
Project type:PhD project