< Terug naar vorige pagina

Project

Visuele waarneming van gezichten en lichamen voorbij identiteit: Rol van kijkrichting en emotie

Onderzoek naar gezichtsperceptie is talrijk. Veel onderzoekers zijn het er ondertussen over eens dat informatie rond identiteit in het gezicht holistisch wordt waargenomen, wat ons in staat stelt om zowel afzonderlijke gezichtskenmerken als informatie omtrent relaties tussen kenmerken in één oogopslag te integreren. Dit heeft veel onderzoekers ertoe aangezet om te stellen dat menselijke waarnemers experten zijn in het herkennen van gezichten. Complementair met deze stelling is de bevinding dat sommige mensen deze expertise niet bezitten, en veel moeilijkheden ervaren om mensen te herkennen op basis van hun gezicht. Deze conditie, prosopagnosie genaamd, bevestigt onze gezichtsherkenningsexpertise, maar benadrukt ook dat het verlies ervan een grote impact kan hebben.

            De bevindingen in onderzoek naar aspecten van gezichtsperceptie zoals kijkrichting en emotie staan in groot contrast met de hoeveelheid aan studies naar identiteitsperceptie, en holistische identiteitsperceptie in het bijzonder. Kijkrichting werd vaak bestudeerd in het domein van de sociale psychologie, maar veel minder in de context van gezichtsperceptie. Het is bovendien verrassend om vast te stellen dat onderzoek naar identiteit, emotie, en kijkrichting vaak gescheiden verloopt, gezien het feit dat deze aspecten van eenzelfde stimulus komen (d.i., het gezicht), en vaak (of zelfs altijd) gelijktijdig aanwezig zijn. Eenzelfde opmerking zou men kunnen geven over onderzoek naar prosopagnosie, hoewel dit meer voor de hand ligt, aangezien een gezichtsherkenningsprobleem het primair symptoom is. Desalniettemin kan onderzoek naar emotie en kijkrichting in prosopagnosie een belangrijke bijdrage leveren in het vormen van een theoretisch kader, en lijkt dit zelfs noodzakelijk, rekening houdend met bovenvermelde vaststelling dat deze aspecten vaak gelijktijdig aanwezig zijn. Als laatste valt het ook op dat onderzoek naar holistische waarneming van lichamen nog maar recent is opgekomen, en dit onderwerp verdient dus ook meer aandacht, aangezien lichamen en gezichten veel gemeenschappelijk hebben, zoals hun doel (d.i., communicatie) en configuratie.

            Zodus werd doorheen dit doctoraat naast holistische waarneming van identiteit ook emotie en kijkrichting onderzocht, en de interacties tussen deze aspecten. In Studie 1 werd een gekend paradigma om holistische integratie te meten (d.i., het composite design) aangepast zodat holistische perceptie van kijkrichting kon worden nagegaan, in gezichten en lichamen. Dit design werd in Studie 2 toegepast op een groep van mensen met congenitale prosopagnosie (CP), de variant die vermoedelijk aanwezig is vanaf de geboorte. In Studie 3 en 4 werden de interacties tussen identiteit en kijkrichting, en identiteit en emotie onderzocht aan de hand van het composite design (Studie 3), en het redundancy gain paradigm (Studie 4).

            Mensen met CP bleken kijkrichtingssignalen sterker te integreren dan normale proefpersonen, wat in tegenstelling staat tot wat algemeen wordt aangenomen in de context van identiteitsperceptie (Studie 1 en 2). De integratie van identiteit en kijkrichting, en identiteit en emotie werd niet bevestigd in Studie 3 en 4, wat ons motiveerde om methodologische aspecten van deze studie verder te onderzoeken.

Datum:2 dec 2013 →  22 jan 2018
Trefwoorden:Face perception, Body perception, Gaze direction, Holistic integration, Congenital prosopagnosia
Disciplines:Experimentele psychologie met dieren en vergelijkende psychologie, Toegepaste psychologie, Menselijke experimentele psychologie
Project type:PhD project