< Terug naar vorige pagina

Project

Bij Leven en Welzijn. Gezondheid en Levenskwaliteit in Romeins Keizerlijk tot Laat-Romeins en Midden-Byzantijns Sagalassos.

Wie was het gezondst, de Romeins Keizerlijke tot de Laat-Romeinse (1ste-vroege 5de eeuw n. Chr.) of Midden-Byzantijnse (11de-13de eeuw n. Chr.) bevolking van Sagalassos (Pisidië, SW Turkije)? Dat was de vraag waarmee ik mijn doctoraatsonderzoek aanving. Een tweede vraag – waarom was de ene populatie gezonder dan de andere? – werd toegevoegd omdat het nu eenmaal interessanter is de verschillen in gezondheid te verklaren dan om ze simpelweg vast te stellen. Omdat het niet realistisch is om de gezondheid van de bevolking van Sagalassos te vergelijken met een brede variatie aan andere aspecten die een mogelijke invloed hadden op gezondheid, beperkt deze doctoraatsverhandeling zich tot twee hypothesen. Beide ontstonden in economische geschiedenis. De eerste benadrukt dat populatiedruk het verspreiden van infectieziekten vergemakkelijkt en, daarenboven, het meer waarschijnlijk maakt dat er voedseltekorten optreden. Beide hebben een negatief effect op gezondheid. Als dusdanig is deze hypothese (neo-)Malthusiaans van aard. De voorvechters hiervan – historici Walter Scheidel, Bruce Frier en Peter Temin – concludeerden dat Romeinse steden en dorpen ten prooi vielen aan dergelijke Malthusiaanse processen. Daartegenover argumenteerden Geoffrey Kron, Elio Lo Cascio en Bruce Hitchner dat populatiedruk een veel kleinere rol speelde op gezondheid in de oudheid, maar dat hygiëne en de aanwezigheid van veilig drinkwater veel belangrijker waren in het bekomen van een gezondere gemeenschap. De investeringen van de Romeinen in het aanleggen van aquaducten en rioleringen en het bouwen van publieke fonteinen, badgebouwen en latrines, voorzagen de urbane gemeenschappen van drinkwater en meer hygiënische condities. Bijgevolg interpreteerden zij de Romeinen als relatief gezond. Om deze twee hypotheses te evalueren op de Sagalassos datasets, maakt deze thesis gebruik van een levenskwaliteit-perspectief. Studies over levenskwaliteit beschouwen de maatschappij als een complexe interactie van verschillende domeinen (vb.: persoonlijke veiligheid, subjectief welzijn, woonomstandigheden, de natuurlijke omgeving enz.). Al deze aspecten kunnen gemeten en/of beschreven worden, en hun uitkomsten (hier fysieke gezondheid) kunnen gerelateerd en verklaard worden aan de hand van andere domeinen.

Om de gezondheid van deze beide populaties te benaderen, maakt deze verhandeling gebruik van een dataset van 48 Romeins Keizerlijke tot Laat-Romeinse en 72 Midden-Byzantijnse skeletindividuen. De proxydata bestaan uit paleopathologische, paleodemografische en osteometrische data (verzameld door Katrien Van de Vijver, ongepubliceerde data), stabiele koolstof- en stikstofisotopen (gepubliceerd door Benjamin Fuller et al.) en aDNA-analyses (gepubliceerd door Claudio Ottoni et al.). Daarenboven helpt een detailstudie van de funeraire praktijken in Sagalassos om de representativiteit van het skeletassemblage beter te begrijpen. Elk van deze proxydata werden eerst afzonderlijk geanalyseerd om tot interpretaties te komen over prevalenties van bepaalde aandoeningen, over gemiddelde levensverwachtingen, lichaamslengte en om het dieet en de genetische verwantschap van beide populaties beter te begrijpen. Vermits deze resultaten vaak voortkwamen uit verschillende datatypes, spraken ze elkaar al wel eens tegen. Zo was de levensverwachting bij geboorte van de Romeinse bevolking in Sagalassos gemiddeld 6 jaar hoger dan in de Midden-Byzantijnse tijd, maar waren de Romeinen kleiner van gestalte – iets wat ook geregeld met gezondheid in verband wordt gebracht. Om al deze data samen te brengen in een synthese, en dus om de relatieve gezondheid van de Romeins Keizerlijke tot Laat-Romeinse en Midden-Byzantijnse bevolking van Sagalassos te achterhalen, maakte ik gebruik van twee kwantitatieve methodes. De eerste is de Gezondheidsindex uit Richard Steckel en Jerome Rose’s boek The Backbone of History (2002), en de tweede bestaat uit een Principale Componenten Analyse (PCA), uitgevoerd op zeven variabelen. Beide synthesestudies toonden aan dat de Romeinse bevolking in Sagalassos gezonder was dan de Byzantijnse. Deze kwantitatieve methodes kunnen echter niet uitsluiten dat een omgekeerde interpretatie uitgesloten is, in navolging van The Osteological Paradox (Wood et al. 1992). Daarom besloot ik ook een skeletbiografie op te stellen voor verschillende levensfases. Ook voor het merendeel van deze fases bleek de Romeinse bevolking gezonder dan de Midden-Byzantijnse.

Om deze hypotheses verder te evalueren, werd de gezondheid van de Romeins Keizerlijke tot Laat-Romeinse en Midden-Byzantijnse populaties in Sagalassos vergeleken met enerzijds de populatiedruk in beide perioden en anderzijds met de aanwezigheid van water- en hygiëne-gerelateerde infrastructuur. Populatiedruk wordt uitgedrukt als de draagkracht in de Ağlasun, Dereköy, Çanaklı en Yeşilbaşköy valleien – het vruchtbare gebied binnen een wandelafstand van 1-3 uur naar Sagalassos dat geïnterpreteerd kan worden als de primaire verzorgingsgebied van Sagalassos – gedeeld door de bevolkingsgrootte van Sagalassos. De bevolkingsgrootte werd berekend via de methode voorgesteld inTheShotgun Method 2.0 (Cleymans 2018). De bevolkingsdruk in de Romeinse periode bleek hoger dan die in de Midden-Byzantijnse tijd. Voor de infrastructuur werd gekeken naar de aan- en afwezigheid van bepaalde voorzieningen, zoals publieke fonteinen, aquaducten, rioleringen en badgebouwen. Ook hier was Romeins Sagalassos beter voorzien van dergelijke infrastructuur. Bijgevolg lijkt de infrastructuur-hypothese de meest waarschijnlijke. De realiteit is echter altijd complexer. Er zijn immers veel meer domeinen van levenskwaliteit die interageren met de gezondheid van de bevolking in Sagalassos en bijgevolg het signaal van deze twee hypothesen kunnen verstoren, maskeren of versterken. Daarenboven beïnvloeden de twee besproken domeinen elkaar ook, zo leidt een hogere populatiedruk bijvoorbeeld ook tot meer mogelijkheden om als een samenleving te investeren in infrastructuur. Ondanks dat deze hypothesen enkel geëvalueerd zijn voor één enkele casus, Sagalassos – een relatief kleine stad in Klein-Azië – blijken elders in het Klein-Azië en de rest van het Romeinse en Byzantijnse Rijk soortgelijke fenomenen ook plaats te vinden. De methode die in deze doctoraatsverhandeling werd uitgewerkt kan zo ook op die andere sites en regio’s worden toegepast.

Datum:18 dec 2014 →  20 feb 2019
Trefwoorden:Funerary archaeology, Sagalassos
Disciplines:Theorie en methodologie van de historische wetenschappen, Geschiedenis, Archeologie, Theorie en methodologie van de archeologie, Andere geschiedenis en archeologie
Project type:PhD project