< Terug naar vorige pagina

Project

Bimanueel handelen en life balance één jaar na een cerebrovasculair accident. Assessment, evolutie en prognose

Een beroerte is een belangrijke oorzaak van invaliditeit met het verlies van zelfstandigheid voor dagelijkse activiteiten als gevolg. Voor de meeste dagelijkse activiteiten is het nodig dat beide handen samenwerken. Dit bimanuele handelen kan problematisch zijn na een beroerte, temeer omdat bij 85% van de personen met een beroerte beperkingen van het bovenste lidmaat voorkomen. Tot vandaag is onderzoek doorgaans gericht op het herstel van het unimanuele functioneren en is er nauwelijks kennis over het herstel en de prognose van het bimanuele handelen. Desondanks is dit bimanuele handelen mogelijk erg belangrijk bij het uitvoeren van betekenisvolle activiteiten. Door personen met een beroerte werd aangebracht dat het opnieuw opnemen van betekenisvolle activiteiten na een beroerte een uitdaging is, waardoor een evenwichtig activiteitenpatroon in het gedrang komt. Levensbalans, beschreven als een evenwichtig patroon van activiteiten werd daarom geïntroduceerd. Het doel van dit doctoraatsproject was om meer inzicht te verwerven in het bimanuele handelen, levensbalans en de interactie tussen beide concepten.

In de eerste studie werd nieuwe evidentie aangetoond wat betreft de betrouwbaarheid en validiteit van de Assisting Hand Assessment Stroke (Ad-AHA Stroke). Deze test, aanvankelijk ontwikkeld om het gebruik van de aangedane hand bij bimanueel handelen in een pediatrische populatie na te gaan, werd eerder al aangepast om personen met een beroerte te kunnen gebruiken. We toonden in een groep van 30 deelnemers met een beroerte een substantiële tot uitstekende betrouwbaarheid en een lage meetfout of standard error of measurement (SEM) aan voor respectievelijk de betrouwbaarheid binnen en tussen beoordelaars. Convergente validiteit werd ondersteund door sterke correlaties tussen bimanueel handelen en unimanuele motorische functies in een groep van 118 deelnemers met een beroerte. Bovendien werd hierbij in zowel het hogere als de lagere scorebereik van de Ad-AHA Stroke een aanzienlijke variabiliteit gevonden tussen unimanuele motorische functie en de Ad-AHA Stroke wat aantoont dat de Ad-AHA Stroke inderdaad een ander construct meet dan een unimanuele motorische functie. Discriminatieve validiteit werd ondersteund door het aantonen van verschillen in Ad-AHA-Stroke scores tussen deelnemers met en zonder visuospatieel neglect en tussen deelnemers met de dominante hand en die met de niet-dominante hand aangedaan.

Vervolgens werden de predictoren van het bimanuele handelen tot één jaar na de beroerte geïdentificeerd in een cohort van 92 personen. Potentiële predictoren werden afgenomen in de eerste week van intramurale revalidatie en de Ad-AHA Stroke werd afgenomen op zes maanden (n = 81) en één jaar (n = 69) na de beroerte. Matige associaties werden aangetoond tussen het bimanuele handelen enerzijds en dominantie, somatosensorische, cognitieve en mentale functie en beperkingen in activiteiten anderzijds. Deze werden echter niet weerhouden in het multiple predictiemodel. We stelden daarentegen vast dat grijpfunctie van de aangedane hand en de ernst van de beroerte bij het begin van de revalidatie de belangrijkste voorspellers zijn van bimanueel handelen op zes maanden en op één jaar na het optreden van de beroerte. Beide variabelen werden gemeten met eenvoudige en snelle meetinstrumenten, courant gebruikt in de revalidatie na een beroerte, wat een belangrijk voordeel biedt voor de klinische praktijk.

De volgende stap in dit onderzoeksproject was het aantonen van de test-hertest betrouwbaarheid en convergente validiteit van de Vlaamse versie van de Life Balance Inventory (Fl-LBI) in personen in de chronische fase na een beroerte (n = 32). Voldoende test-hertest betrouwbaarheid werd aangetoond voor de totale Fl-LBI scores en subschaal scores. De SEM en het minimale detecteerbare verschil (MDD) waren klein en vergelijkbaar met deze van andere vragenlijsten die in gelijkaardig onderzoek worden gebruikt. Met betrekking tot de convergente validiteit, werden matige correlaties tussen Fl-LBI enerzijds en participatie, mobiliteit en emoties anderzijds gerapporteerd. We concluderen in dit hoofdstuk dat een voldoende test-hertest betrouwbaarheid, een kleine SEM en MDD en bewijs voor convergente validiteit werd aangetoond voor de Fl-LBI.

Tenslotte werd de evolutie en prognose van levensbalans nagegaan in een observationeel longitudinaal onderzoek. Potentiele voorspellers werden verzameld in de eerste week van intramurale revalidatie en na zes maanden (n = 67) en één jaar (n = 59) na een beroerte, werd de Fl-LBI afgenomen. Matige scores op de Fl-LBI werden gevonden op zes en één jaar na een beroerte. Een kleine maar significante verbetering van het levensbalans vond plaats binnen het eerste jaar na een beroerte. Van alle variabelen gemeten bij baseline, waren de mentale functie en bimanuele prestaties belangrijke voorspellers van de levensbalans binnen het eerste jaar na een beroerte.

Dit doctoraatsproject heeft een belangrijke bijdrage geleverd in het domein van de revalidatie na een beroerte en de ergotherapie door het brengen van nieuwe kennis over het bimanuele handelen, levensbalans, en door aan te tonen dat beide concepten elkaar beïnvloeden. Naast deze relevante bijdrage, werden bovendien ook nieuwe prioriteiten voor toekomstig onderzoek aangeduid. Dit doctoraatsproject is hiermee een valide en essentieel uitgangspunt voor verder onderzoek naar het bimanuele handelen en levensbalans na een beroerte.

Datum:1 jul 2015 →  2 jul 2019
Trefwoorden:Cohort study, Stroke, Occupational therapy, Bimanual performance, Life balance
Disciplines:Orthopedie, Humane bewegings- en sportwetenschappen, Revalidatiewetenschappen
Project type:PhD project