< Terug naar vorige pagina

Project

Op zoek naar het potentieel van collectieve ruimte in Alles Stad/Alles Land.

Dit onderzoek gaat dieper in op collectieve plaatsen in het Vlaamse territorium met zijn typerende verspreide stedelijkheid, een stedelijkheid die we Alles Stad/Alles Land zijn beginnen noemen. Het doel van dit onderzoek is om een theoretisch kader te ontwikkelen om deze collectieve plaatsen beter te begrijpen en een ontwerphouding te formuleren.

Een eerste deel van het onderzoek verdiept de kennis over Alles Stad/Alles land en interpreteert de Vlaamse verspreide stedelijkheid als een bestaande conditie maar tevens ook als een toekomstig project. Alles Stad/Alles Land kunnen we namelijk niet vatten onder de noemer sprawl of suburban, het is een rijkere werkelijkheid die zijn oorsprong vindt in een opzettelijk economisch, sociaal, en politiek project dat teruggaat op een 19e -eeuws antwoord op de uitdaging van de toenmalige industrialisatie.  In dit antwoord, een terplekke verstedelijking van een door de mens gemaakt landschap, werd het volledige Vlaamse territorium betrokken waardoor de klassieke tegenstelling stad/platteland verdween. Daarnaast gaat dit onderzoek dieper in op de geschiedenis van verspreide stedelijkheid en stelt het vast dat dit fenomeen niet recent is maar kan ingeschreven worden in een lange en rijke traditie.

Beide inzichten nopen tot een verschuiving van het denkkader over stedelijkheid en dwingen om Alles Stad/Alles Land als een stedelijke conditie te beschouwen.

Op heden bevindt Alles Stad/Alles Land zich op een keerpunt. De ondersteunende lagen van dit model zijn namelijk niet langer in staat om een voortdurende verstedelijking verder op te vangen waardoor de noodzaak ontstaat om de ‘stedelijke vorm’ die Alles Stad/Alles Land is te herdefiniëren. In deze herdefinitie zullen de collectieve plaatsen een sleutelrol spelen als de plaatsen waarin deze nieuwe vorm tot uitdrukking komt.

 

In de jaren negentig werd voor Hoog-Kortrijk (B) een gelijkaardige vraag gesteld. Deze wedstrijd had als doel de verspreide stedelijkheid aan te pakken en een toekomst voor dit stadsdeel te formuleren. Dertig jaar na de wedstrijd zijn de realisaties ter plekke aan een evaluatie onderworpen. De daaruit voortkomende inzichten leerden dat het vocabularium, de lens van de traditionele stad niet bruikbaar is wanneer we werken in de verspreide stedelijkheid, een staat die in het onderzoek Dyslexie & Dysorthografie wordt genoemd, als het onvermogen om te analyseren en te ontwerpen in de verspreide stedelijkheid.

Dit onvermogen wordt bovendien nog versterkt door een focus op de verkeerde plaatsen. Door enkel de traditionele publieke ruimtes (zoals het kerkplein) te beschouwen, worden een groot aantal collectieve bestemmingen, bestemmingen aangegeven door de inwoners van Alles Stad/Alles Land als de plaatsen waar hun publieke leven zich afspeelt, uitgesloten. Deze bestemmingen zijn publiek in hun gebruik en toe-eigening maar verdwijnen onder de radar door hun niet publieke eigendomsstatuut en gebrek aan formele publieke kenmerken. Nochtans zijn ook dit plaatsen waar mensen geconfronteerd worden met andere levensstijlen en opvattingen, plekken waar een politieke overtuiging en vrijheid van meningsuiting worden gebracht, gebruiken die traditioneel met publieke ruimten worden verbonden. Deze bestemmingen worden daarom als collectief aangeduid in het onderzoek, als een derde term die zich tussen de traditionele dichotomie publiek/privaat situeert. Deze collectieve bestemmingen onderlijnen bovendien de extreme complexiteit, individuele, non hiërarchische en bovenal ad-hoc gebruik van het territorium van Alles Stad/Alles Land. Deze collectieve bestemmingen zijn plekken die structuur geven aan het territorium als ankerpunten in de mentale ruimte, plekken die werken als referentiepunten en terzelfdertijd moeilijk te vatten zijn door hun gebrek aan ‘formele kenmerken’.

Uit een verdere analyse bleek dat deze bestemmingen een aantal terugkerende kenmerken hebben die de mogelijkheid geven deze plekken in hun ruimtelijk voorkomen te beschrijven. Elk van deze elementen zijn sterk verbonden met de verspreide stedelijkheid en kunnen gezien worden als een vertrekbasis in de definitie van een nieuwe vorm voor het territorium.

 

Een derde deel van het onderzoek gaat verder in op de mogelijkheden voor een interventie. Doorheen het onderzoek werden drie types van plaatsen gedetecteerd. Elk van hen heeft een specifiek moment waarin een interventie mogelijk is en elk van hen met een eigen manier van interventie. Voor de bestaande publieke ruimtes wordt een antwoord geformuleerd op het dagelijkse en uitzonderlijke gebruik van de plek door middel van het ontwerp van een open laag bovenop de bestaande ruimtelijkheid. De collectieve bestemmingen worden geïnterpreteerd als functionele ruimtes waarin kleine toevoegingen gebeuren die een meervoudige toe-eigening van de ruimte ondersteunen. Voor de nieuwe collectieve plaatsen tenslotte wordt voorgesteld om bij het herdenken van de relaties mens/natuur en de daarmee gepaarde investeringen op een open wijze te ontwerpen waardoor collectieve toe-eigening kan ontstaan. Elk van deze ontwerphoudingen is geïllustreerd via eigen of referentieontwerpen.

Deze ontwerpattitudes zijn geen checklist maar beschrijven de mogelijkheden tot een interventie om de plaatsen van een toekomstig samenleven vorm te geven. Het is een optimistische attitude die verder bouwt op de bestaande kwaliteiten van de verspreide stedelijkheid zonder blind te zijn voor de huidige nadelen en uitdagingen van dit model.

Het is een attitude die focust op de kleine en middelgrote schaal als onderscheidend binnen Alles Stad/Alles Land. Het is een attitude die focust op de open ruimte binnen Alles Stad/Alles Land als de plekken die een sleutelrol zullen spelen wanneer een nieuwe vorm voor de verspreide stedelijkheid zal ontstaan.

Datum:9 jun 2015 →  14 feb 2020
Trefwoorden:collective space, public space, dispersed territories, dispersion
Disciplines:Ingenieurswetenschappen in de architectuur, Architectuur, Interieurarchitectuur, Architecturaal design, Kunststudies en -wetenschappen
Project type:PhD project