Prijsdifferentiatie vanuit een Europeesrechtelijke invalshoek. Een intradisciplinaire analyse naar het toepassingsgebied, de systeemcoherentie en deugdelijkheid van het regelgevend kader.

Prijsniveaus voor consumptieproducten lopen sterk uiteen binnen de Europese Unie, zowel tussen lidstaten (e.g. lagere prijzen voor medicijnen in landen met een laag inkomen per capita) als tussen individuele consumenten binnen deze lidstaten (e.g. studenten- en personeelskortingen). Dit verschijnsel, waarbij dezelfde provider identieke producten verkoopt voor verschillende prijzen en deze verschillen niet worden gegrond op verschillende kosten, heet prijsdiscriminatie.

Het recht van de Europese Unie beperkt en, tezelfdertijd, verruimt de vrijheid van providers om discriminerende prijzen te hanteren. Het juridisch kader blijkt echter zeer gefragmenteerd, waarbij vele prijsdiscriminatietechnieken worden gereguleerd door verscheidene - soms conflicterende - takken van het recht. Daar waar economische studies omtrent dit fenomeen goed ontwikkeld zijn, ontbreken allesomvattende juridische studies. Dit is problematisch, gezien het belang van het juridische kader voor de dagelijkse levens en handelingen van consumenten en providers.

Aangezien de antwoorden op vele juridische vragen en bezwaren onduidelijk of dubbelzinnig blijven, beoogt dit project deze lacune in de rechtsleer op te vullen door te analyseren (i) in welke mate het recht van de Europese Unie prijsdiscriminatie beperkt of bevordert, (ii) of het juridische kader al dan niet toelaat een patroon te identificeren dat de toepasselijke normen systematiseert, en (iii) in welke mate het huidige juridische kader als toereikend kan worden beschouwd of verder kan worden verbeterd.