< Terug naar vorige pagina

Project

De ontwikkeling van schattend rekenen in 5- tot 7-jarigen.

Hoewel schattend rekenen alomtegenwoordig is in ons alledaagse leven (Northcote & McIntosh, 1999) zijn veel volwassenen en kinderen hier toch verbazingwekkend slecht in (Siegler & Booth, 2005). Een systematische literatuurstudie (Hoofdstuk 2) toonde dat het meeste onderzoek naar schattend rekenen participanten had die ouder waren dan 8. Een beperkt aantal studies toonde echter aan dat schattend rekenen zich al ontwikkeld vanaf 5 jaar (Dowker, 1997, 2003; Jordan, Mulhern, & Wylie, 2009). Dit onderzoek bij jonge kinderen focuste voornamelijk op schatprestaties en slechts beperkt op het strategiegebruik van de jonge kinderen. Omwille van deze beperkte bevindingen, voerden we binnen dit doctoraatsonderzoek een longitudinale studie uit met als doel de ontluikende ontwikkeling van schattend rekenen te onderzoeken. Hierbij onderzochten we (1) de ontwikkeling van zowel schatprestaties als strategiegebruik, (2) de relatie tussen schattend, exact en benaderend rekenen, en (3) de factoren die individuele verschillen in schattend rekenen kunnen verklaren.

De eerste twee empirische studies focusten op de ontluikende ontwikkeling van schattend rekenen met een focus op zowel schatprestaties als strategiegebruik. Schattend rekenen werd gemeten met ofwel een non-verbale taakvariant in de derde kleuterklas en het eerste leerjaar (Hoofdstuk 3) ofwel een verbale taakvariant in het eerste en tweede leerjaar (Hoofdstuk 4). Beide studies toonden een leeftijdgerelateerde vooruitgang in schatprestaties en ontwikkeling in strategiegebruik. De studie in Hoofdstuk 3 onderzocht de materiële oplossingsstrategieën en vond een vooruitgang in telgedrag, dat de schataccuraatheid positief voorspelde in het eerste leerjaar. De studie in Hoofdstuk 4 onderzocht de mentale strategieën en vond een leeftijdgerelateerde vooruitgang in het gebruik van schatstrategieën die een basisbegrip toonden van schattend rekenen.

De studie uit Hoofdstuk 5 onderzocht de gelijkenissen en verschillen tussen schattend, exact en benaderend rekenen in de derde kleuterklas. We toonden aan dat de drie vaardigheden onderscheiden kunnen worden en dat verschillende processen aan de basis liggen van elk van de rekenvaardigheden. Daarnaast vonden we ook een positieve relatie tussen de drie rekenvaardigheden. Deze studie toont dus aan dat de schattend, exact en benaderend rekenen aparte maar samenhangende constructen zijn.

In een laatste empirische studie onderzochten we de domein-algemene en domein-specifieke factoren die de schatprestaties kunnen voorspellen doorheen de ontwikkeling van schattend rekenen vanaf de derde kleuterklas tot het tweede leerjaar (Hoofdstuk 6). De resultaten toonden aan dat zowel domein-algemene als domein-specifieke factoren belangrijk zijn doorheen de ontwikkeling van schattend rekenen.

We beëindigen dit proefschrift met een slothoofdstuk waarin we een overzicht geven van de belangrijkste conclusies uit de studies, samen met de theoretische bijdrage die geleverd wordt, de methodologische bedenkingen en implicaties voor de onderwijspraktijk.

Datum:1 okt 2016 →  6 okt 2020
Trefwoorden:Math competencies, Early development, Computational estimation
Disciplines:Ontwikkelingspsychologie en veroudering, Biologische en fysiologische psychologie, Algemene psychologie, Andere psychologie en cognitieve wetenschappen
Project type:PhD project