De professionele ontwikkeling van beginnende leerkrachten: tijd en relaties in de inductiefase

De inductiefase – de overgang van de lerarenopleiding naar de beroepspraktijk en de eerste jaren in het werk – is een van de meest uitdagende carrièrefases voor leraren. Veel leraren ervaren deze fase als problematisch en besluiten zelfs in hun eerste loopbaanjaren om het onderwijs te verlaten. Dit onderzoeksproject stelt dat het voortbestaan van dit probleem ten minste gedeeltelijk te wijten is aan de manier waarop het conceptueel en methodologisch gekaderd wordt. Het project benadrukt de inductiefase bij leerkrachten als een belangrijke fase voor fundamenteel onderzoek en theorievorming over de professionele ontwikkeling van leerkrachten. Als zodanig is dit project gericht op het verdiepen en verfijnen van de theorieontwikkeling door deze inductiefase te benaderen vanuit een vernieuwend theoretisch en methodologisch perspectief, geworteld in het sociaal netwerk perspectief. Het project wil onderzoeken hoe, onder welke voorwaarden en met welke gevolgen, beginnende leraren persoonlijke netwerken ontwikkelen met betrokken actoren tijdens hun eerste loopbaanjaren. Een centrale focus van het project is de wijze waarop beginnende leraren professioneel ontwikkelen, en hoe ze leren over het sociale, culturele en politieke leven van en in een schoolnetwerk. Onderzoeksvragen zullen beantwoord worden via vier empirische studies (twee follow-up studies) waarbij de leraren door hun loopbaan heen onderzocht worden. Kwalitatieve Sociale Netwerk Analyse (SNA) is een belangrijk kenmerk in deze ontwerpen en impliceert een focus op het begrijpen van de aard en de gevolgen van relaties.