< Terug naar vorige pagina

Project

Immunisatie van kippen tegen Campylobacter infecties (CAMPIMMUN)

Centrale onderzoeksvraag/doel
Een infectie van Campylobacter jejuni -een bacterie - krijg je als mens in de meeste gevallen binnen door besmet kippenvlees te eten. In België berekent men de maatschappelijke kost van deze infecties op bijna 11 miljoen euro per jaar. Tot op heden bestaan er geen efficiënte bestrijdingsmaatregelen om de prevalentie van Campylobacter bij pluimvee tijdens de primaire productie te reduceren. In vorig onderzoek toonden we aan dat orale, passieve immunisatie met antistoffen uit eieren tegen C. jejuni de hoeveelheid Campylobacter bacteriën in het cecum drastisch kan reduceren. Dit project heeft tot doel om te bekijken of deze strategie om C. jejuni en C. coli infecties bij kippen te bestrijden onder praktijkomstandigheden inzetbaar is. Bovendien gaan we na in welke mate actieve immunisatie de kuikens kan beschermen tegen kolonisatie met C. jejuni en C. coli.

Onderzoeksaanpak
Eerst heeft projectcoördinator UGent de vaccins samengesteld waarmee leghennen (productie van hyperimmune eieren voor passieve immunisatie) en braadkuikens (actieve immunisatie) worden gevaccineerd. Daarbij is gekozen voor twee pistes: 1) een bacterin van een mengsel van zo divers mogelijke C. jejuni en C. coli stammen (bekomen op het ILVO) en 2) een subunit vaccin dat bestaat uit een mengsel van immunoreactieve antigenen. In een tweede stap zijn er leghennen gevaccineerd met het bacterin of het subunit vaccin. Vervolgens zijn de hyperimmune eieren gebruikt om orale, passieve immunisatie van braadkuikens te optimaliseren. Tot slot is geanalyseerd in welke mate elk van de 2 vaccins in staat is om de braadkuikens actief te beschermen tegen Campylobacter infecties na in ovo vaccinatie, en is de kostprijs berekenend van een eventuele veralgemeende passieve en/of actieve immunisatie bij braadkuikens.

Relevantie/Valorisatie
In ovo-vaccinatie met het subunitvaccin en het bacterin wekte geen significante antistofrespons op in de braadkuikens en bood bijgevolg geen bescherming tegen Campylobacter-kolonisatie.  Orale passieve immunisatie van braadkuikens met hyperimmune dooiers afkomstig van subunit- of bacterin-geïmmuniseerde leghennen resulteerde therapeutisch wel in een significante reductie van het aantal Campylobacter-bacteriën in de ceca per gekoloniseerd dier, maar enkel na supplementatie van bacterindooiers. Betere bescherming werd opgewekt bij de preventieve toepassing, waarbij beide behandelingen resulteerden in een significante verlaging van het percentage Campylobacter-geïnfecteerde dieren. Uit de kosten-batenanalyse blijkt echter dat preventieve, orale passieve immunisatie economisch niet toepasbaar is in de praktijk wegens de kostprijs van de eieren. De vaccins kunnen volgens de onderzoekers wel op een andere manier toegepast worden. De resultaten zijn voorgesteld op een internationaal pluimveecongres en gepubliceerd in twee wetenschappelijke A1-artikels, en zal in een publiek verdedigd doctoraat resulteren.

Externe partner(s)
UGent
Datum:1 jun 2015 →  31 mei 2019