Project
De infrastructuur en de globalisering. De Zuid-Nederlandse drukpersproductie en de vorming van het koloniale imperium in Nieuw-Granada en Rio de la Plata, 1535-1800
Drukwerk speelde een uiterst belangrijke rol in de Europese expansie en de globalisering van de vroegmoderne wereld. De kennis van de andere continenten circuleerde in Europa vrijwel uitsluitend in de vorm van drukwerk. Anderzijds was het gedrukte boek het medium bij uitstek om de Europese kennis in de breedste zin van het woord naar die verre gebieden over te brengen. Zuid-Nederlandse uitgevers speelden een belangrijke rol in deze ‘globalisering van de geesten’ (de vorming van één grote intellectuele ruimte waarbinnen kennis, ideologieën en ideeën uit geografisch ver uit elkaar liggende gebieden circuleerden) en in de uitbouw van een ‘papieren infrastructuur’ ten dienste van de Spaanse monarchie. Enerzijds werd heel wat informatie over de Spaanse overzeese gebieden via de Nederlanden verspreid. Anderzijds leverden Zuid-Nederlandse drukkers een belangrijk deel van het beleidsinstrumentarium dat door de Spaanse autoriteiten werd aangewend bij het bestuur en de evangelisatie van de kolonies.
Het huidige project wil het aandeel van de Zuidelijke Nederlanden in de productie van drukwerk bestemd voor de onderkoninkrijken Nieuw-Granada en Río de la Plata (1535-1800) bestuderen en de centrale rol van dit drukwerk belichten bij de vorming van de lokale elites en bij het bestuur van beide gebieden. Het omvat drie concrete onderzoeksdoelen:
- een onderzoek naar de handelsnetwerken (commerciële circuits) die de Zuid-Nederlandse productiecentra via Spanje met hun afzetgebied in Nieuw-Granada en Río de la Plata verbonden (welke drukkers drukten voor de lokale markt; met welke handelaars werkten ze samen; wie stond in voor de verdeling van de handelswaar en hoe was die verdeling georganiseerd; via welke alternatieve aanvoerkanalen – religieuze congregaties, hofhouding, diplomaten, ambtenaren – bereikte het drukwerk de beide regio’s; traden er veranderingen in deze handelsnetwerken op na 1714);
- een studie van de export van de Zuid-Nederlandse know how naar Nieuw-Granada/Río de la Plata aan de hand van een analyse van de circuits waarvan het Zuid-Nederlandse drukkerspersoneel gebruik maakte om te circuleren tussen de Nederlanden, Spanje en beide onderkoninkrijken (technologische circuits);
- een kwalitatieve en kwantitatieve analyse van de Zuid-Nederlandse boekproductie en gravures voor de lokale markt (zowel de Spaanstalige werken als die in andere talen), met bijzondere aandacht voor de opdrachtgevers en de aard van de productie (auteurs, thematiek, materiële kwaliteit, aantal en omvang van de edities); een analyse van het aandeel dat het Zuid-Nederlandse drukwerk heeft gehad in de uitbouw van een juridisch en religieus instrumentarium ten dienste van de Spaanse monarchie bij de constructie van het koloniale imperium in Nieuw-Granada en Río de la Plata (aard en thematiek van het iconografische materiaal uit de Zuidelijke Nederlanden dat een rol heeft gespeeld in de evangelisatie van het onderkoninkrijk, de uitbouw van de religieuze infrastructuur en de ontwikkeling van de lokale kunstenaarsscholen; analyse van het aandeel van het educatieve en normatieve drukwerk – juridische traktaten, humanistische geschriften, politiek-theoretische, religieuze en filosofische werken – in de opvoeding en opleiding van de lokale elites aan scholen en universiteiten) (culturele circuits).