< Terug naar vorige pagina

Project

De registerspecificiteit van probabilistische grammatica's in het Engels en het Nederlands - Een combinatie van corpusanalyse en experimenten

Registervariatie heeft veel aandacht gekregen vanuit tekstlinguïstisch perspectief en met behulp van de multidimensionele benadering (in navolging van Biber 1988). In de variatiesociolinguïstiek daarentegen is register niet vaak onderzocht in interactie met taalinterne factoren voor de morfosyntactische variatie, zodat de rol van register in probabilistische, grammaticale keuzevorming onduidelijk blijft. De sociolinguïstische theorie voorspelt dat taalinterne factoren doorgaans onafhankelijk zijn van stilistische factoren (Labov 2010: 265), die in plaats daarvan geacht worden tot uiting te komen in verschillen in variantfrequenties (Guy 2005: 562; Rickford 2014: 601). Ondanks aanwijzingen dat effecten van taalinterne factoren aanzienlijk verschillen per communicatie modus (Theijssen et al. 2013) en genre (Grafmiller 2014), ontbreken nog systematische studies naar registerspecifieke keuzeprocessen.
Tegen deze achtergrond onderzoekt dit project registervariatie vanuit een variationistisch perspectief aan de hand van drie case studies van alternantieverschijnselen in het Engels en het Nederlands.

(1) De datiefalternantie in het Engels:

If like someone gives you a DVD or a box set of something then it's like you've gotta watch it cos they've given it to you and they expect that you give it back having fully watched it
(Spoken BNC2014, SNXG)

(2) De datiefalternantie in het Nederlands:

ey as[sic!] atari ons gene friet geeft dan geef ik ne friet aan sphieke[sic!] se
Ey  if                Atari us        no    fries-SG gives then     give    I    a    fries-SG to                Sophieke       see

‘Ey, if Atari doesn’t give us fries, then I’ll give fries to Sophieke, you know’

(SoNaR, chats, WRUEA_UN_190)

(3) De alternantie tussen werkwoorden van de toekomstige tijd in het Engels:

In practice, however, experts think the most likely alien life forms we will come across are going to be some kind of alien microbes. (The Independent, 2018-07-02)

De methodologie combineert variationistisch corpusonderzoek met aanvullende beoordelingsexperimenten (cf. Bresnan 2007, Bresnan & Ford 2010), waarbij deelnemers beoordelen hoe natuurlijk een bepaalde morfosyntactische variant voor hen klinkt gegeven de registercontext. Register is gedefinieerd op basis van formaliteit en communicatie modus (in navolging van Koch & Oesterreicher 2012), wat resulteert in vier brede registeronderscheidingen (informele gesprekken, parlementaire debatten, blogberichten/chats, en krantenartikelen). De onderzoeksvragen zijn: (1) hoe varieert de effectgrootte en -richting van taalinterne factoren tussen registers? (2) Zijn taalgebruikers gevoelig voor probabilistische effecten in verschillende registers? (3) Verschillen talen, zoals Engels en Nederlands, in het belang van probabilistische registerverschillen?
Mixed effects regressie analyses detecteren consistent interacties tussen register en interne factoren in alle case studies, wat suggereert dat probabilistische grammatica's niet stabiel zijn in verschillende situationele contexten. Bovendien komen de beoordelingen van de deelnemers grotendeels overeen met de voorspellingen van de corpusmodellen, terwijl de specifieke beoordelingspatronen tussen de casestudies verschillen als functie van het experimentele design.
Deze bevindingen onderstrepen het belang van methodologische diversiteit bij het onderzoeken van grammaticale variatie en cognitie (Klavan & Divjak 2016) en laten ze zien dat het relevant is om stilistische/registerverschillen in probabilistische grammatica in ogenschouw te nemen. We moeten ook de gebruikelijke theorievorming in de variationistische sociolinguïstiek heroverwegen volgens welke taalinterne beperkingen stabiel zijn in het licht van stilistische variatie (maar zie Guy 2015).

 

References:

 

Biber, Douglas. 1988. Variation across speech and writing. Cambridge: Cambridge University Press.

Bresnan, Joan & Marilyn Ford. 2010. Predicting syntax: Processing dative constructions in American and Australian varieties of English. Language 86(1). 168–213.

D'Arcy, Alexandra & Sali A. Tagliamonte. 2015. Not always variable: Probing the vernacular grammar. Language Variation and Change 27(3). 255–285.

Grafmiller, Jason. 2014. Variation in English genitives across modality and genres. English Language and Linguistics 18(3). 471–496.

Guy, Gregory R. 2005. Letters to Language. Language 81(3). 561–563.

 

Klavan, Jane & Dagmar Divjak. 2016. The cognitive plausibility of statistical classification models: Comparing textual and behavioral evidence. Folia Linguistica 50(2). 355–384.

Labov, William. 2010. Principles of linguistic change, Vol. 3: Cognitive and cultural factors (Language in Society 39). Malden, MA: Wiley-Blackwell.

Rickford, John R. 2014. Situation: Stylistic Variation in Sociolinguistic Corpora and Theory. Language and Linguistics Compass 8(11). 590–603.

Theijssen, Daphne, Louis ten Bosch, Lou Boves, Bert Cranen & Hans van Halteren. 2013. Choosing alternatives: Using Bayesian networks and memory-based learning to study the dative alternation. Corpus Linguistics and Linguistic Theory 9(2). 227–262.

Datum:1 okt 2018 →  1 okt 2022
Trefwoorden:probabilistic grammar, variational linguistics
Disciplines:Nederlandse taal, Engelse taal, Sociolinguïstiek, Psycholinguïstiek en neurolinguïstiek, Corpuslinguïstiek
Project type:PhD project