< Terug naar vorige pagina

Project

Ontluiken van potentieel. Het bevorderen van motivatie en betrokkenheid van cognitief begaafde leerlingen in het reguliere secundair onderwijs.

Het stimuleren en ontwikkelen van talenten van alle jongeren is een belangrijk doel van onderwijs en leerlingenbegeleiding. Het onderwijsbeleid in Vlaanderen besteedt al uitgebreid aandacht aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Om ervoor te zorgen dat onze samenleving innovatief en welvarend kan blijven, is het echter belangrijk om het onderwijs en de ondersteuning van leerlingen ook te richten op leerlingen met uitstekende cognitieve capaciteiten. Dit proefschrift draait rond de brede vraag hoe cognitief talent ontwikkeld kan worden door motivatie en betrokkenheid in schoolsituaties te bevorderen, en meer specifiek welke rol leerkrachtondersteuning en leerlingbegeleiding kunnen spelen in het voorkomen en verminderen van onderpresteren van cognitief begaafde leerlingen in het secundair onderwijs en in het verhogen van hun motivatie en betrokkenheid. Voor het beantwoorden van deze vraag werden de volgende complementaire onderzoeksdoelstellingen nagestreefd.

Het eerste onderzoeksdoel betrof de motivatiestrategieën van leerkrachten in reguliere klaslokalen zoals gerapporteerd door leerkrachten, in het bijzonder met betrekking tot cognitief begaafde adolescenten (Hoofdstuk 1, Studie 1). In deze vragenlijststudie onderzochten we bij 122 leerkrachten uit het secundair onderwijs of zij hun strategieën aanpassen aan cognitief begaafde en typische leerlingen. Bij een begaafde leerling gaven leerkrachten aan een meer autonomie-ondersteunende stijl te gebruiken terwijl ze ook chaotischer zijn, terwijl ze bij een typische leerling meer structuur bieden maar tegelijkertijd meer controlerend zijn. De variatie in het gebruik van onderwijsstijlen kon grotendeels verklaard worden door de verschillende overtuigingen van leerkrachten over de effectiviteit van deze stijlen in relatie tot begaafde en typische leerlingen.

Het tweede onderzoeksdoel betrof de effectiviteit van een onderwijsinterventie, gebaseerd op de Taxonomie van Bloom, gericht op het bevorderen en uitdagen van motivatie en betrokkenheid van cognitief begaafde leerlingen in de reguliere klasomgeving van de eerste graad secundair onderwijs (Hoofdstuk 2, Studie 2). In de interventiegroep kregen 17 leerkrachten een workshop over het implementeren van hogere-orde denkvragen in hun lessen. De controlegroep bestond uit 17 leerkrachten uit een parallelle klas op dezelfde school die op hetzelfde moment les gaven in hetzelfde vak. We onderzochten of de workshop een verschil maakte voor de motivatie en betrokkenheid van de leerlingen van deze leerkrachten en van de cognitief begaafde leerlingen in het bijzonder. Leerlingen in de interventiegroep rapporteerden een toename in het aantal hogere-orde denkvragen, terwijl leerlingen in de controlegroep net een afname in dergelijke vragen rapporteerden. De perceptie van hogere-orde denkvragen was op zijn beurt geassocieerd met meer ervaringen van autonomie bij de leerlingen en met hogere betrokkenheid en autonome motivatie in de klas. Deze verbanden waren gelijkaardig bij de cognitief begaafde en typische leerlingen.

Het derde en laatste onderzoeksdoel betrof de effectiviteit van een begeleidingsinterventie gebaseerd op het Achievement Orientation Model en het Pathways to Underachievement Model, gericht op het verbeteren van motivatie en betrokkenheid en op het verminderen van onderpresteren van cognitief begaafde adolescenten (Hoofdstuk 3, Studie 3). Acht mannelijke onderpresterende adolescenten volgden bij een coach één van twee modules gekozen op basis van het type onderpresteren dat ze vertoonden. Uit single case analyses bleek dat de helft van de deelnemers baat hadden bij de gevolgde module. Als er sprake was van verbetering situeerde dit zich vooral op gebied van identiteitsontwikkeling. Verder bleken beide modules effect te hebben op alle variabelen, niet alleen op de doelvariabelen van de specifieke module.

Dit proefschrift draagt bij aan een mogelijke leidraad voor scholen om de motivatie van hun begaafde leerlingen te verhogen zodat ze hun potentieel kunnen omzetten in talenten binnen hun reguliere klaslokalen, door zowel maatregelen binnen de reguliere klas voor te stellen als een interventie aan te bieden die kan gebruikt worden in de leerlingbegeleiding.

Datum:1 okt 2018 →  13 nov 2023
Trefwoorden:motivation, gifted, motivatie
Disciplines:Biologische en fysiologische psychologie, Algemene psychologie, Andere psychologie en cognitieve wetenschappen
Project type:PhD project