< Terug naar vorige pagina

Project

Ademspiertraining bij patiënten met chronisch obstructief longlijden (COPD)

Inspanningsintolerantie, ten gevolge van dyspneu en perifere spierdysfunctie, is een belangrijke klinische manifestatie bij patiënten met chronisch obstructief longlijden (COPD). Respiratoire spierzwakte komt eveneens frequent voor bij deze patiënten en is gelinkt aan klachten van kortademigheid en inspanningslimitatie. Hoewel men in de literatuur niet eenduidig is over het gebruik van ademspiertraining (AST), wordt deze interventie bij patiënten met COPD frequent toegepast samen met respiratoire revalidatie. Het is bijvoorbeeld nog steeds onduidelijk of de toevoeging van AST, bovenop algemene inspanningstraining, aanleiding geeft tot grotere verbeteringen in klinisch relevante uitkomstmaten. Deze onduidelijkheid is vooral te wijten aan de methodologische tekortkomingen en de aanzienlijke heterogeniteit tussen de verscheidene kleine, monocentrische klinische studies die tot nu toe uitgevoerd en gepubliceerd werden. Uit meta-analyses kon besloten worden dat AST het meest effectief is bij patiënten met uitgesproken inspiratoire spierzwakte. In dit doctoraatsproject bestudeerden we een nieuw toestel voor AST dat een “dynamically controlled tapered flow resistive loading” (TFRL) voorziet en het mogelijk maakt om de trainingskwaliteit tijdens de AST sessies te controleren. We observeerden significant grotere verbeteringen in inspiratoire spierkracht en spieruithouding, maar ook in adempatroon tijdens uithoudingstaken onder belasting bij het gebruik van TFRL-AST in vergelijking met de gebruikelijke “mechanical threshold loading” (MTL) AST. We stelden eveneens vast dat patiënten die zowel algemene training als AST volgden, betere adempatronen vertoonden (diep en langzaam ademen) tijdens inspanning vergeleken met de groep van patiënten die enkel deelnamen aan het respiratoir revalidatieprogramma. De toegevoegde voordelen van AST bovenop algemene inspanningstraining op andere uitkomstmaten dan respiratoire spierkracht werden bij patiënten met COPD onderzocht in een grote multicentrische dubbel-blinde gerandomiseerde gecontroleerde studie. Grotere verbeteringen in inspiratoire spierkracht vertaalden zich niet in betere effecten in de 6 minuten wandeltest. Er kon wel een grotere verbetering vastgesteld worden in de uithoudingsduur op de fiets en in de dyspneusensatie tijdens de fietsproef. De parameters van trainingskwaliteit (zowel arbeid en vermogen verkregen tijdens de AST sessies) en de trainingsintensiteit (en niet therapietrouwheid) waren significant gerelateerd met verbeteringen in inspiratoire spierkracht, dewelke gerelateerd was met verbeteringen in de uithoudingstijd op de fiets. We hebben ook beschreven welke fysiologische mechanismen de effecten van AST op inspanningscapaciteit en dyspneu bij patiënten met COPD verklaarde en hebben zo toekomstige onderzoeksvragen gedefinieerd. De huidige data vormen een belangrijke toevoeging op de bestaande literatuur en zullen zorgen voor een sterker bewijs voor het aanbevelen van AST programma’s binnen respiratoire revalidatieprogramma’s voor patiënten met COPD. Onze bevindingen geven ook aan waar toekomstig onderzoek betreffende AST bij patiënten met COPD met inspiratoire spierzwakte op kan gericht zijn.

Datum:12 nov 2012 →  14 jun 2017
Trefwoorden:Pulmonary rehabilitation
Disciplines:Orthopedie, Humane bewegings- en sportwetenschappen, Revalidatiewetenschappen
Project type:PhD project