< Terug naar vorige pagina

Publicatie

Hoe omgaan met nierfunctieschatters bij dosisaanpassing van geneesmiddelen bij ouderen met chronische nierinsufficiëntie?

Tijdschriftbijdrage - Tijdschriftartikel

Veel geneesmiddelen worden hoofdzakelijk via de nieren uitgescheiden. Bijgevolg dient men waakzaam te zijn bij een verminderde nierfunctie en kan voor dergelijke geneesmiddelen een dosisverlaging noodzakelijk zijn. Dit is onder andere het geval voor bepaalde anti-infectieuze middelen, anticoagulantia, orale antidiabetica, remmers van het renine-angiotensine-aldosteron systeem (RAAS) en cytostatica. In de dagelijkse klinische praktijk wordt de nierfunctie zelden gemeten, maar eerder geschat op basis van de glomerulaire filtratiesnelheid (GFR). De GFR kan rekenkundig worden benaderd gebruikmakend van verschillende schattende formules (eGFR). Het bestaan van meerdere formules kan leiden tot verschillende adviezen voor dosisaanpassing van geneesmiddelen. Enerzijds bestaat het risico op overdosering met accumulatie en toxiciteit tot gevolg. Anderzijds wordt de werkelijke nierfunctie mogelijk onderschat, wat aanleiding kan geven tot subtherapeutische serumconcentraties van een geneesmiddel met risico op therapiefalen. Een bijzondere populatie met een verhoogde incidentie van een verlaagde nierfunctie betreft de groep van oudere patiënten. Bij deze patiënten is het belangrijk om de oordeelkundige afweging te maken om de dosis van een geneesmiddel al dan niet te verlagen. In de onderstaande casussen worden twee voorbeelden toegelicht.
Tijdschrift: TIJDSCHRIFT VOOR GENEESKUNDE
ISSN: 0371-683X
Issue: 17
Volume: 73
Pagina's: 1029 - 1035
Jaar van publicatie:2017
Toegankelijkheid:Closed