< Terug naar vorige pagina

Project

Voorspelling en behandeling van invasieve non-typhi Salmonella infecties bij kinderen in sub-Saharisch Afrika

Non-typhi Salmonella (NTS) veroorzaken frequent bloedbaaninfecties bij kinderen in sub-Saharisch Afrika en deze bloedbaaninfecties zijn vaak fataal. In sub-Saharisch Afrika zijn de circulerende NTS serotypes genetisch geëvolueerd naar meer invasieve en aan de mens aangepaste fenotypes. Bovendien zijn kinderen in sub-Saharisch Afrika gevoelig voor invasieve NTS-infecties door andere aandoeningen die hun immuunsysteem verzwakken, bijvoorbeeld Plasmodium falciparum (Pf) malaria, bloedarmoede, ondervoeding en HIV. Het algemene doel van dit PhD-project was om inzicht te krijgen in de (seizoensgebonden) epidemiologie van NTS-bloedbaaninfecties bij kinderen in DR Congo, en om diagnostische en therapeutische moeilijkheden en mogelijke oplossingen te identificeren. Dit PhD-onderzoek toonde aan dat NTS ongeveer driekwart van de bloedbaaninfecties veroorzaakt bij kinderen jonger dan vijf jaar die werden opgenomen in het district ziekenhuis van Kisantu in DR Congo. De meeste NTS waren serotype Typhimurium, Typhimurium variant Copenhagen of Enteritidis, en waren “extensive drug resistent” door gelijktijdige resistentie tegen ampicilline, cotrimoxazol, chlooramfenicol, derde generatie cefalosporines en fluoroquinolonen of azitromycine. Bloedbaaninfecties door NTS kwamen voornamelijk voor tijdens het regenseizoen, wat verklaard kan worden door een verhoogde gastheer-gevoeligheid (meer Pf malaria infecties tijdens het regenseizoen). Er was echter ook een direct verband tussen regenval en NTS, onafhankelijk van de gastheer-gevoeligheid, wat een bijdrage van de omgeving aan de overdracht van NTS suggereert. Een kwart van de kinderen met NTS-bloedbaaninfecties overleed en dit werd vaak voorafgegaan door algemene tekenen van sepsis. Sterfte in het ziekenhuis vond meestal plaats tijdens de eerste 2 opnamedagen en werd geassocieerd met ziekenhuisopname >3 dagen na het begin van de koorts. Deze laattijdige ziekenhuisopname werd waargenomen bij de helft van de kinderen met een NTS-bloedbaaninfectie. Vertragende factoren die voorbeschikken tot overlijden waren het consulteren van traditionele, private en/of meerdere zorgverleners, afgelegen domicilie, prehospitale intraveneuze therapie en prehospitale overnachtingen. Draagbare diagnostische apparaatjes kunnen helpen bij het herkennen van (pre-)sepsis symptomen en het verbeteren van doorverwijzing en triage. Er werden echter problemen waargenomen bij de selectie, aanschaf en verzending, ingebruikname en onderhoud van oorthermometers, multimodale oximeters met automatische ademhalingsfrequentiemeting, hemoglobinometers en glucometers. Deze omvatten slechte begeleiding bij de keuze van het apparaat, slechte beschikbaarheid en betaalbaarheid, slechte prestaties en gebruiksvriendelijkheid, en slechte robuustheid en klantgerichtheid van (technische) ondersteuningsdiensten na de verkoop. De meeste kinderen met een NTS-bloedbaaninfectie waren geïnfecteerd met Pf malaria en presenteerden zich zonder pathognomonische klinische tekenen en symptomen. Daarom werd er een klinisch voorspellingsmodel ontwikkeld voor clinici in die werken in gebieden waar NTS vaak resistent is tegen standaard empirische antibiotica. Dit model kan worden gebruikt om te beslissen om de empirische antibioticabehandeling van een kind aan te passen op basis van het voorspelde NTS-risico. Ondanks de snel opkomende antimicrobiële resistentie bij invasieve NTS-infecties, zijn aanbevelingen voor de behandeling van invasieve NTS-infecties geëxtrapoleerd van buiktyfus of gebaseerd op expert consensus. In dit doctoraat werden de eerste (observationele) gegevens gegenereerd over de werkzaamheid van derde generatie cefalosporines, fluoroquinolonen en azitromycine voor de behandeling van NTS-bloedbaaninfecties bij kinderen jonger dan vijf jaar in sub-Saharisch Afrika. Daarom werden eerst epidemiologische cut-offs bepaald om de in vitro gevoeligheid voor azitromycine bij invasieve NTS-infecties te interpreteren. Vervolgens werd gedocumenteerd dat de overleving beter was bij kinderen met een NTS-bloedbaaninfectie die op gevoeligheid afgestemde cefalosporines van de derde generatie, ciprofloxacine of azitromycine kregen in vergelijking met kinderen die alleen op gevoeligheid afgestemde antibiotica kregen. Tot slot werd beschreven hoe slechte antibioticaproducten (geen leeftijdsgeschikte formuleringen, slechte kwaliteit & toegang), processen (laattijdig voorschrijven/toedienen, gemiste giften) en praktijken (onnauwkeurige dosis, (bio)veiligheidsrisico's) moeten worden aangepakt om antibioticabehandeling van kinderen te verbeteren. Concluderend kan worden gesteld dat dit proefschrift de hoge ziektelast van NTS bloedbaaninfecties bij kinderen jonger dan vijf jaar in DR Congo beschrijft. Er zijn uitdagingen en mogelijke oplossingen geïdentificeerd om de diagnostische en therapeutische aanpak te vergemakkelijken en veel van deze uitdagingen en oplossingen kunnen worden veralgemeend naar andere oorzaken van ernstige koortsziekten bij kinderen jonger dan vijf jaar in sub-Saharisch Afrika.

Datum:1 okt 2018 →  31 jan 2024
Trefwoorden:Tropical medicine, Microbiology, Children, Pediatrics, Epidemiology, Diagnostics, Antibiotic treatment, Antimicrobial resistance, Salmonella, Infectious Diseases, Severe febrile illness, Malaria, Under-five mortality
Disciplines:Gezondheidswetenschappen niet elders geclassificeerd, Tropische geneeskunde, Pediatrie, Klinische microbiologie
Project type:PhD project