< Terug naar vorige pagina

Project

Onderzoek ter opheldering van kennislacunes met betrekking tot de quarantaineorganismen Diaporthe vaccinii, Ditylenchus destructor, Eotetranychus lewisi en Candidatus Phytoplasma ulmi (FOD-GAPHANNEX)

Centrale onderzoeksvraag/doel

ILVO coördineert op vraag van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu het onderzoek naar vier verschillende voor planten schadelijke organismen die momenteel nog op de Europese quarantainelijst voorkomen. Het uiteindelijk doel is om advies te kunnen geven over de herbeoordeling van deze quarantainestatus op Europees niveau. Moeten ze misschien een gereglementeerd niet-Q-organisme worden? Of komen ze in aanmerking voor deregulatie? Het antwoord hierop kan er pas komen nadat de kennislacunes in verband met detectiemethodiek, schadelijkheid, bedreigde waardplanten, aanwezigheid of verspreiding etc. zijn ingevuld. Het gaat concreet om 1) de schimmel Diaporthe vaccinii (in blauwe bessen en in wilde waardplanten), 2) de nematode Ditylenchus destructor (bedreigend voor de aardappelteelt en andere gewassen), 3) de mijt Eotetranychus lewisi (die fruitteelt en sierteelt bedreigt), 4) het fytoplasma Candidatus Phytoplasma ulmi (dat olmen kan aanvallen).


Onderzoeksaanpak

Voor de vier Q-organismen zijn er telkens andere aanpakken gepland: In de gevallen 1), 3) en 4) bepalen we met een uitgebreide survey de al dan niet aanwezigheid in de genoemde waardplanten of sectoren. Voor de moleculaire diagnostiek van D. vaccinii ontwikkelen we specifieke qPCR primers en probes. Vervolgens onderzoeken we de potentiële verspreiding van D. vaccinii tussen wilde waardplanten en gekweekte Vaccinium soorten alsook de gevoeligheid van voor België belangrijke blauwe bes variëteiten. We bepalen voor deze schimmel de efficiëntie van gewasbeschermingsmiddelen in de teelt van blauwe bes. Voor D. destructor achterhalen we van een aantal voor België belangrijke gewassen of zij al dan niet waardplant zijn. Dat gebeurt onder meer via potproeven en geïnduceerde besmetting. Ook de overleving van D. destructor in afwezigheid van een waardplant en de sanering van grond om verspreiding te voorkomen worden bekeken. Als de mijt E. lewisi tijdens de survey aanwezig blijkt te zijn in België, dan is de verzameling van biologische gegevens over de levenscyclus en zijn potentiële natuurlijke vijanden gepland.


Relevantie/Valorisatie

De relevantie van dit project situeert zich zowel op nationaal als op Europees vak: De ontwikkelde methode voor moleculaire identificatie van D. vaccinii betekent een extra diagnosemogelijkheid en dus dienstverlening in de diagnostische laboratoria zoals het Diagnosecentrum voor Planten van ILVO. Op Europees niveau gaan de experts in plantengezondheid in staat zijn tot een deskundige herbeoordeling van de quarantainestatus van de genoemde doelorganismen.

Datum:1 jan 2017 →  31 dec 2018