< Terug naar vorige pagina

Project

Een gevalideerde positioneringstest en effectieve interventies voor schakelstudenten industrieel ingenieur

Naast de traditionele academische bacheloropleiding voorziet het Vlaamse onderwijssysteem alternatieve manieren om toegang te krijgen tot een Masteropleiding. Studenten die een professionele Bachelor diploma behaalden, kunnen zich inschrijven voor een academische Masteropleiding, op voorwaarde dat ze een schakelprogramma succesvol voltooien. In het algemeen, is het voor deze studenten het eerste jaar aan de universiteit, net zoals voor de traditionele eerstejaarsstudenten. Schakelstudenten aan de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen (IIW) ondervinden gelijkaardige aanpassingsproblemen als traditionele eerstejaarsstudenten IIW. De schakelstudenten voelen zich echter significant minder voorbereid voor hun studie aan de universiteit. Desalniettemin zijn cumulatieve studie efficiëntie en drop-out cijfers na één jaar gelijkaardig. Ongeveer 50% van de schakelstudenten valt uit. Deze hoge drop-out cijfers zijn de belangrijkste reden voor dit onderzoek. Deze groep studenten kan dus baat hebben bij extra ondersteuning, zowel voor de inschrijving (rond studiekeuze voor een bijkomende masteropleiding) als tijdens het schakelprogramma zelf. Om dit te bekomen, werden de volgende stappen ondernomen: (1) ontwikkeling van een gevalideerde positioneringstest en (2) ontwikkeling en implementatie van effectieve  interventies (i.e. een begeleidingstraject).

De positioneringstest is vrijwillig, niet-bindend en wordt bij voorkeur georganiseerd vóór de inschrijving in het schakelprogramma. De doelen van de test zijn (1) studenten een beter idee van hun capaciteiten en vaardigheden geven en hen dus stimuleren om een weloverwogen studiekeuze te maken en (2) studenten aanmoedigen om, indien nodig, deel te nemen aan interventies om eventuele tekortkomingen weg te werken. De ontwikkeling van de positioneringstest was een iteratief proces, waarvan de eerste versie gebaseerd was op (1) een analyse van de ijkingstoets voor de traditionele eerstejaarsstudenten en (2) de struikelblokken van de schakelstudenten, wiskunde en leer- en studeer strategieën, die werden gedefinieerd gedurende focusgroepsgesprekken. Het is belangrijk dat de test zowel cognitieve als niet-cognitieve testen bevat, aangezien studenten moeten beseffen dat beiden belangrijk zijn voor studiesucces aan de universiteit.

Daar het de bedoeling is de studenten degelijk te informeren vóór de inschrijving en na inschrijving te ondersteunen, werden twee adviserende modellen onderscheiden. Voor deze modellen wordt enkel gebruik  gemaakt van instroomkenmerken. Het eerste model, een achtergrondmodel, bevat alleen maar vaststaande variabelen (d.w.z. voorafgaande scholing en familiale achtergrond). Dit model verklaart een substantieel deel van de variantie in resultaten van schakelstudenten, maar aangezien deze variabelen vaststaand zijn, is dit model alleen nuttig vóór inschrijving. Het tweede model, een diagnostisch model, bevat alleen maar vaardigheden en competenties die werden gemeten in de positioneringstest. Alhoewel dit model minder variantie in studieresultaten kan verklaren in vergelijking met het achtergrondmodel, is het diagnostisch model nuttig zowel vóór als na de inschrijving. Als studenten bruikbare feedback krijgen over hun testresultaten en de opportuniteit om deel te nemen aan interventies, kunnen ze hun vaardigheden en competenties verbeteren, wat op zijn beurt ook een effect kan hebben op hun studiesucces.

In totaal werden acht interventies ontwikkeld en gecombineerd tot een begeleidingstraject voor schakelstudenten. Dit traject start in de laatste fase van de professionele Bachelor en eindigt na het schakelprogramma. Deze interventies hebben als doel om (1) de juiste studenten aan te trekken vóór de start, (2) het gevoel onvoorbereid te zijn aan het begin van het academiejaar te verminderen en (3) studenten te ondersteunen tijdens het schakelprogramma. Zowel de  effectiviteit als de efficiëntie van de acht interventies werd onderzocht. De resultaten werden gecombineerd in een effectiviteits-efficiëntiematrix. Deze studie toonde aan dat de meest effectieve interventies niet altijd de meest efficiënte zijn en vice versa. Voor twee interventies, die focusten op de struikelblokken van de studenten, werd nog een diepgaande analyse van de effectiviteit uitgevoerd. Deze studie vond significant bewijs voor de effectiviteit van de wiskunde MOOC.

Datum:7 nov 2014 →  25 feb 2019
Trefwoorden:Bridging students, Engineering Technology, Diagnostic test, Interventions
Disciplines:Onderwijscurriculum, Onderwijssystemen, Algemene pedagogische en onderwijswetenschappen, Specialistische studies in het onderwijs, Andere pedagogische en onderwijswetenschappen
Project type:PhD project