< Terug naar vorige pagina

Project

Gedigitaliseerde evidence based transmurale zorgtrajecten in een netwerk tussen eerste lijn en ziekenhuis: impact op zorgkwaliteit en patiëntenervaring

De huidige gezondheidszorg wordt gekenmerkt door patiënten met meerdere en chronische aandoeningen, als gevolg van veroudering en medisch-technologische evoluties. Een andere stijgende trend in de zorg is kortdurende ziekenhuisopname (32% van alle opnames in de secundaire zorg in 2014) (Agentschap Zorg en Gezondheid. n.d.).

Patiënten zijn tegenwoordig frequente gebruikers van zorg in ziekenhuizen, eerstelijnszorg en zelfs in toenemende mate zelfzorg (Allen, Hutchinson & Brown, 2017). Dit genereert zorgovergangen. Overgangen in de zorg die zorgen voor een veilige en tijdige overdracht van patiënten, tussen verschillende zorgniveaus en tussen verschillende settings, zijn dus essentieel. Dit geldt ook voor hun gegevens (Allen et al., 2017; Choi, 2017). In de praktijk komt de veiligheid van de patiënt en de kwaliteit van de zorg bij deze zorgovergangen vaak in het gedrang (De Regge, De Pourcq, Meijboom, Trybou, Mortier & Eeckloo, 2017; Sadoughi, Nasiri, Ahmadi, 2018).

 

Om de opvolging van de zorgtransitie na een contact (ambulant of opname) in de secundaire zorg te waarborgen, kunnen PROM/PREM-metingen worden uitgevoerd (Federaal kenniscentrum voor de gezondheidszorg, 2018). Een transmurale setting biedt de mogelijkheid om de patiënt beter op te volgen en te reageren op onverwachte uitkomsten, waarschuwingen en ervaringen. Hierdoor kan het zorgproces tijdig worden aangepast, wat de kwaliteit van de zorg en de beleving van de patiënt ten goede komt (Mooney, Berry, Whisenant & Sjoberg, 2017). Slechts enkele gerandomiseerde, gecontroleerde onderzoeken werden uitgevoerd in een niet-oncologische setting. PROM/PREM-onderzoeken die rekening houden met het volledige transmurale traject van een patiënt, waardoor deze de werkelijke levensomstandigheden weerspiegelt, worden zelden gevonden. Een gevolg van deze evidence gap is een gebrek aan instrumenten en passende maatregelen om transmurale uitkomsten en ervaringen van patiënten te identificeren. Daarnaast bestaan de meeste PREM-instrumenten voornamelijk bestaan uit servicegerelateerde vragen. Dit soort vragen heeft over het algemeen weinig nut bij de aanpassing van de individuele zorgprocessen (microniveau: de individuele patiënt).

 

Het delen van gegevens en communicatie is cruciaal voor veilige zorgovergangen. Uit onderzoek blijkt dat een efficiënte en correcte gegevensuitwisseling en communicatie leidt tot een goede kwaliteit van zorg met meer betrokkenheid van de patiënt (sadoughi), een betere combinatie van medicatie (Kripalani, LeFevre, Phillips, Williams, Basaviah & Baker, 2007) en een hogere tevredenheid van de patiënt en verzorger (Kripalani et al., 2007; Recinos, Dunphy, Thompson, Schuschu, Urchek & Katzan, 2017). In onze Belgische gezondheidszorg is dit een grote uitdaging. De interoperabiliteit tussen de elektronische systemen van de verschillende zorgactoren ontbreekt vandaag de dag nog steeds. Deze interoperabiliteit is essentieel om in te spelen op de uitdagingen in de gezondheidszorg op het vlak van efficiënte en patiëntveilige zorg en op de reële participatie van de patiënten in hun zorgproces. Bovendien garandeert deze interoperabiliteit de continuïteit van de zorg: alle gezondheidswerkers, rond de patiënt, hebben toegang tot alle informatie (Bouamrane & Tao, 2015). Het gebruik ter plaatse van patiëntengegevens en het daaraan gekoppelde bewijsmateriaal kan dus als vernieuwend worden beschouwd in de Belgische context en in lijn met de technologische ontwikkelingen in andere sectoren. Theoretisch is dit al mogelijk vanuit technisch oogpunt.

 

Door bruggen te slaan tussen de huidige gebruikte digitale tools kan een grotere interoperabiliteit tussen verschillende systemen en diensten tot stand komen. Deze tools zullen waarde toevoegen aan de nieuwe digitale zorgprocessen om patiëntgericht te kunnen werken en om het resultaat en de ervaring van de patiënt te verbeteren.

 

Deze studie zal een 'platform' creëren om geïntegreerde transmurale zorg inclusief digitale patiëntenparticipatie mogelijk te maken. Via dit platform wordt informatie uitgewisseld tussen de patiënt en zijn professionele zorgverleners, maar ook tussen zorgverleners in de eerstelijns- en tweedelijnszorg. Een EFRO-gefinancierd project zal de technische ontwikkeling van interoperabiliteit tussen de verschillende systemen in het ontwikkelingsluik van het project vergemakkelijken. De hierboven vermelde interoperabiliteit tussen de verschillende bestaande toepassingen is een conditio sine qua non voor dit platform.

 

 

Datum:1 jan 2019 →  30 jun 2022
Trefwoorden:digitalisation
Disciplines:Gezondheidsinformatiesystemen van medische informatica
Project type:PhD project