< Terug naar vorige pagina

Project

Kleinstedelijkheid in Vlaanderen, architectuurbeleid en stedenbouwkundige praktijk voor dorpen.

De Betonstop, de mobiliteitstransitie en sinds kort ook de onthardingsambities stellen ons verneveld Vlaanderen voor een grote uitdaging. Met mijn team bij plusoffice werk ik al jaren op de vraag hoe kleine kernen en dorpen in die maatschappelijke transitie passen. De uitdagingen van een dorp zijn vaak anders en vergen misschien wel een aanpak op maat. Door onze studies en visies voor uiteenlopende kleine kernen in Vlaanderen, bouwden we heel wat kennis op maar ook dankzij de evaluatie van het dorpsinvesteringsbeleid in de Franse en Vlaamse Westhoek, en de beeldkwaliteitsplanning voor tal van dorpen en kernen (Nijlen, Lommel, Landen, Maaseik, Eeklo, Puurs … ). Daaruit hebben we een eigen benadering ontwikkeld van wat beeldkwaliteitsplanning kan zijn (zie ook mijn artikel daarover in A+ en de publicaties LANDenSTAD, Dorpen na de Betonstop). Centraal staat de vraag hoe je zonder zwaar planningsinstrumentarium toch aan kwaliteit kan werken. In Nijlen slaagden we erin dit door te vertalen naar niet alleen ontwerpend onderzoek en een visie voor het beleid, we hielpen ook de administratie zichzelf te herorganiseren en dus ook anders te gaan werken. Dat was een doorslaggevend element waarvoor dit project in Nijlen de VRP-planningsprijs 2018 ontving. Met die uitgebreide kennis over het mogelijk inzetbaar instrumentarium wil ik verder werken in de komende jaren, deels gedreven door architectuurontwerp, deels op planningsniveau en de grotere ruimtelijk structurerende meerwaarde.

 

Daarin passen ook de eindwerkstudio-voorstellen die ik lanceerde i.s.m. AR-TUR binnen het Kempenlab dorpse architectuur, dat op het niveau van het concrete ontwerp onderzoekt wat een architectuurtaal voor dorpse contexten kan zijn, hoe die historisch in de Kempen aanwezig is en wat we daaruit kunnen leren voor wat de toekomst van een dorp. Ook de ‘ruimtelijk rendement’-studio die nu loopt, handelt hierover.

 

Het onderzoek zou hier een aantal aspecten verder moeten uitdiepen:

- het opvolgen van de impact van voorgesteld instrumentarium die uit het ontwerpend onderzoek naar voor komen: concretere resultaten evalueren van het voorgestelde instrumentarium in Nijlen zoals de verkavelingstoets, dorpse architectuur beeldprincipes, fietsrevolutieplan…

- linken leggen naar het instrumentarium in opmaak om het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen uit te gaan voeren (verhandelbare bouwrechten, ontlinting…)

- vertalen van statistische data over de ruimtelijke en demografische evolutie naar heldere cartografische projecties die de omvang van deze uitdagingen kunnen vatten op precieze manier

- methodologisch onderzoek naar de diverse verkavelingstoetsen, woningtypetoetsen en andere bestaande, al dan niet bewezen instrumenten om dorpskernontwikkeling en uitbreiding te sturen, het evalueren van hun impact en de juridische kaders waarin ze opereren.

- Best Practice voorbeelden verzamelen van hoogwaardige architectuur die versterkend zijn voor de kleine kernen en hun sociaal weefsel. (zie argument aangezet in mijn bijdrage aan het architectuurboek VAi 2016).

- Vastgoedlogica in kaart brengen die het verdienmodel van dorpsontwikkeling bepaalt en hoe je die naar kwaliteitsambities kan bewegen op basis van enkele specifieke cases, vanuit een bouweconomisch en een architectuur perspectief.

Datum:20 jan 2020 →  20 jan 2024
Trefwoorden:urbanism, urban design, villages, design research, architecture
Disciplines:Stedelijk en regionaal ontwerp, Urbanisme en regionale planning, Stedelijk en regionaal planningsbeleid, instrumenten en wetgeving, Design onderzoek, Architectuurpraktijk
Project type:PhD project