< Terug naar vorige pagina

Project

Geestelijke gezondheidspromotie in werkomgevingen ontrafeld: ontwikkeling en eerste implementatie van een integrale benadering voor de evaluatie van complexe interventies

Achtergrond
De toenemende prevalentie van geestelijke gezondheidsproblemen wereldwijd benadrukt de dringende nood aan meer onderzoek en effectieve interventies. Het rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie uit 2022 onthult een zorgwekkende statistiek: 13% van de wereldbevolking lijdt aan psychische stoornissen, met angst en depressie als meest voorkomende problemen. Deze aandoeningen leiden niet alleen tot aanzienlijke toenames in morbiditeit en mortaliteit, maar brengen ook sociaal stigma en economische lasten met zich mee. De COVID-19-pandemie heeft deze uitdagingen verder versterkt, met voorlopige schattingen die wijzen op een toename van meer dan 25% in de incidentie van deze stoornissen binnen de periode van één jaar. Ondanks deze groeiende crisis wordt wereldwijd slechts een fractie (i.e., 4.6%) van het budget voor gezondheidsonderzoek gespendeerd aan onderzoek naar geestelijke gezondheid. De werkplek wordt beschouwd als een cruciale omgeving om de geestelijke gezondheid te bevorderen omdat werk een substantiële impact heeft op het mentaal welbevinden van mensen. Niettemin is er een opvallend tekort aan interventies en onderzoek naar interventies die inspelen op de geestelijke gezondheid binnen de werkcontext en dit vooral binnen kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's).
Interventies op het gebied van geestelijke gezondheid op de werkplek omvatten een complex scala aan factoren vanwege de diverse aard van werkomgevingen, individuele verschillen tussen werknemers en de veelzijdige aspecten van geestelijke gezondheidsproblemen zelf. Deze interventies vereisen vaak een genuanceerd begrip van verschillende componenten, waaronder de interactie tussen dynamieken op de werkplek en individuele kenmerken, en de impact van contextuele factoren. Volgens het raamwerk van de Medical Research Council (MRC) vraagt het evalueren van dergelijke complexe interventies om een geavanceerde benadering die al deze componenten weet te capteren. Dit vereist een theorie-gedreven benadering dat als gestructureerd kader dient om causale processen en verwachte uitkomsten van een interventie in kaart te brengen en empirisch te testen en dat toelaat om te ontrafelen hoe en waarom een initiatief werkt. Bijkomend zorgt een uitgebreide procesevaluatie van de implementatie voor een holistisch beeld met inachtneming van contextuele effecten. Deze kaders zijn bijzonder geschikt voor projecten die meerdere landen en sectoren omvatten en die een breed scala aan geestelijke gezondheidsuitkomsten op verschillende niveaus willen aanpakken, omdat ze het potentieel hebben om de complexiteit en dynamische aard van interventies op het gebied van geestelijke gezondheid op de werkplek vast te leggen.
Doelstellingen
De overkoepelende doelstelling van dit proefschrift is meervoudig en als volgt omschreven. Aanvankelijk streeft deze thesis ernaar om een robuuste programmatheorie te construeren, als basis voor de beoordeling van complexe interventies op het gebied van geestelijke gezondheid binnen de werkcontext. Dit omvat een gedetailleerde uiteenzetting van de essentiële elementen, dynamieken en contextuele determinanten die de effectiviteit van dergelijke interventies beïnvloeden. Vervolgens maakt het proefschrift gebruik van de empirische bevindingen uit de uitkomstevaluatie van de MENTUPP-pilotstudie om een licht te werpen op sectorspecifieke en individuele verschillen die cruciaal zijn voor het succes van complexe geestelijke gezondheidsinitiatieven in de werkplekcontext. Het derde doel is de resultaten van de uitkomstevaluatie analyseren en interpreteren in het licht van de programmatheorie en het implementatieprotocol. Uiteindelijk ambieert het proefschrift om de programmatheorie kritisch te beoordelen en te verfijnen, zodat deze als voorbeeld kan dienen voor volgende wetenschappelijke onderzoeken naar strategieën voor geestelijke gezondheidsinterventies op de werkplek.
Methode
De context van deze studie is de MENTUPP-pilot, een complexe geestelijke gezondheidsinterventie die werd geïmplementeerd in KMO's binnen drie werksectoren en negen landen. Een Theory of Change (ToC) raamwerk werd systematisch ontwikkeld en empirisch onderzocht, met input van academici uit diverse disciplines. Dit proces is gebaseerd op een synthese van bevindingen afkomstig uit zes systematische literatuurreviews en een expertconsultatie. Vervolgens werd de ToC synergetisch geïntegreerd met een aangepaste versie van het RE-AIM-raamwerk om uitdagingen en moeilijkheden die zich tijdens de implementatiefase stellen zo goed mogelijk in kaart te brengen. Deze holistische methodologische aanpak leidde tot de rigoureuze evaluatie van variabelen zoals bereik, effectiviteit, adoptie, implementatie, acceptatie, toepasselijkheid, haalbaarheid en behoud. Deze uitgebreide analyse leverde een genuanceerd beeld van de contextuele invloeden op de interventie op, wat de interpretatie van de resultaten met betrekking tot de effectiviteit aanzienlijk verbeterde.
Belangrijkste bevindingen
Dit onderzoek ontwikkelt en operationaliseert een ToC dat toelaat om een complexe geestelijke gezondheidsinterventie binnen de werkomgeving te evalueren, en benadrukt het belang van een grondige procesevaluatie als aanvulling op een uitkomstevaluatie. De resultaten tonen dat arbeiders en werknemers met weinig leidinggevende verantwoordelijkheden meer psychosociale uitdagingen in hun werkomgeving ervaren dan bedienden en mensen met een hogere leidinggevende positie.  De verhoogde psychosociale stress die arbeiders en werknemers met weinig tot geen leidinggevende functie ervaren hangt bovendien samen met een lager niveau van mentaal welbevinden en met meer stigmatisering. Deze verschillen benadrukken de noodzaak voor op maat gemaakte interventies, waarbij wordt benadrukt dat adequaat aangepaste benaderingen het potentieel hebben om gelijkaardige doelstellingen te bereiken in verschillende werksectoren en functieposities.
Deze scriptie benadrukt tevens dat organisatorische veranderingen meer tijd vragen dan individuele veranderingen, en dat de implementatie van een interventie die inspeelt op psychosociale stressoren op de werkvloer mede door bewustwording eerst negatieve effecten met zich meebrengen alvorens ze tot de gewenste effecten leiden. Factoren die de implementatie faciliteren zijn onder meer voldoende diversiteit in de interventiematerialen, ondersteuning door onderzoekers en de aanwezigheid van een goed gestructureerd implementatieplan. Factoren die de implementatie bemoeilijken zijn het voeren van gesprekken over geestelijke gezondheid met medewerkers, technologische aanpassingen die en court de route nodig zijn, de integratie van de interventie in de dagelijkse werking, en beperkingen veroorzaakt door de COVID-19-pandemie. Verder zijn belangrijke stakeholders in kaart gebracht om tijdens de ontwikkeling, de implementatie en de evaluatie van complexe interventies ter versterking van de geestelijke gezondheid in de werkcontext te betrekken. Ten slotte vergelijkt deze scriptie de hier ontwikkelde geïntegreerde aanpak om een complexe interventie te evalueren met eerdere benaderingen, en worden aanbevelingen geformuleerd voor professionals in de geestelijke gezondheidszorg, leidinggevenden in bedrijven en beleidsmakers.

 

Datum:2 mrt 2020 →  2 mrt 2024
Trefwoorden:occupational, workplace, mental health, SMEs, MINDUP
Disciplines:Werk- en organisatiepsychologie, Sociale en emotionele ontwikkeling, Psychologisch assessment, Psychometrie, Statistiek en data-analyse, Onderzoeksmethoden en experimentontwerp, Groeps- en interpersoonlijke processen, Sociale perceptie en cognitie
Project type:PhD project