< Terug naar vorige pagina

Project

Engels als een stilistische taalbron in het Nederlands zoals gebruikt door jonge adolescenten: attitudes en overtuigingen

Stijl, met andere woorden “een manier om iets te doen”, speelt een centrale rol in actie in interactie door middel van taal (Coupland, 2007). In onderzoek naar stijl in taal is taalcontact van cruciaal belang, of het nu wordt bestudeerd met een focus op structuur of een focus op processen. Een focus op structuur richt zich op de impact van contact op de taalstructuur en taalverandering (Thomason, 2001; Myers-Scotton, 2002), taalattitudes (Kristiansen, 2009) en stijl als onderdeel van sociolinguïstische variatie (Eckert, 2019). Corpora en experimentele onderzoeken horen bij de belangrijkste methoden die worden gebruikt in studies die zich op taalstructuur concentreren. In onderzoeken die focussen op processen wordt taalcontact gezien als de taalbronnen en repertoires die beschikbaar zijn voor individuele sprekers en gemeenschappen (Gumperz, 1972; Blommaert, 2010). De concepten van de zelfbeschikking van sprekers (Bucholtz & Hall, 2005), sociale praktijk (Bourdieu, 1978) en taalideologie (Irvine, 2009) staan centraal. Studies die zich richten op stijl (of “styling”) als een proces, bevoorrechten vaak de lokale context door het gebruik van etnografische methoden. De kernpunten van de standpunten “structuur” en “processen” komen tot uiting in  usage-based theory (Ibbotston, 2013; Backus, 2020), die stelt dat de taalstructuur weerspiegelt waarvoor ze wordt gebruikt. Adolescentie is een passend onderwerp voor een casestudy voor onderzoek naar sociale taalprocessen omdat deze maatschappelijke groep een buitenmaatse invloed heeft op taalverandering (Holmes-Elliott, 2016) en is een cruciale levensfase voor het zoeken en onderhandelen over zijn individuele en gezamenlijke plaats in de sociale wereld (Eckert, 2003; Swanenberg; 2019). Adolescenten in West-Europa leven tegenwoordig in een relatief nieuwe en superdiverse sociale omgeving (Blommaert & Backus, 2013) waarin Engelstalige elementen alomtegenwoordig zijn. Dit is vruchtbare grond voor onderzoek naar stijl in taal. Om overtuigingen en attitudes over een specifieke “manier van spreken” te onderzoeken (Hymes, 1972), namelijk het gebruik van Engelse elementen in het Belgisch Nederlands door adolescenten, gebruikt dit onderzoek corpus-, experimentele en etnografische methoden.

Datum:25 nov 2019 →  25 nov 2023
Trefwoorden:developmental sociolinguistics, social meaning, language attitudes
Disciplines:Sociolinguïstiek, Ontwikkelingslinguïstiek, Contactlinguïstiek
Project type:PhD project