< Terug naar vorige pagina

Project

De absolute constructie in 15de- tot 18de- eeuwse Spaanse en Nederlandse vertalingen uit het Latijn. Over de invloed van het Latijn en natuurlijke taalverandering

Dit project heeft tot doel de ontwikkeling van de absolute constructie (AC) in (pre)klassiek en hedendaags Spaans (Desaparecidas las joyas, llamaron a la policía) en Nederlands (Wij zijn, alle factoren in aanmerking genomen, zeer tevreden) aan de hand van een uitgebreid corpusonderzoek in detail te beschrijven. Eerder uitgevoerde studies verklaarden de oorsprong van de constructie hetzij als een vernieuwing ex novo, een syntactische leenconstructie uit het Latijn, ontstaan in de 15de/16de-eeuwse renaissancistische kringen (abrupte, directe, externe invloed), hetzij als een reeds bestaande constructie in de Romaanse traditie die op een autochtone, natuurlijke manier evolueerde in analogie met de syntactische patronen van Europese talen (graduele, indirecte, interne invloed). Nochtans hoeven beide hypotheses elkaar niet uit te sluiten: een inherente oorsprong is niet incompatibel met een Latijnse invloed. Dit project beoogt daarom een meer alomvattende verklaring, waarbij het principe van ‘selective frequential copying’ centraal staat. Het onderzoek heeft drie specifieke objectieven, waarbij de eerste twee een comparatieve diachrone invalshoek hebben en de derde een contrastieve synchrone dimensie. Eerst wordt er een uitgebreide beschrijving van de diachrone evolutie van de AC van het Latijn naar het Spaans geboden met een analyse van niet enkel de structurele maar ook de semantische veranderingen. Daarna volgt een onderzoek naar de drijvende factoren van deze verandering met de bepaling van hun interne (analogie met andere Romaanse volkstalen) en/of externe (Latijnse invloed) aard. Tot slot trachten we een antwoord te bieden op de vraag waarom in het hedendaagse geschreven Spaans ACs relatief frequent zijn in vergelijking met andere Europese talen, in dit geval het Nederlands. De corpusmethodologie gebruikt verschillende soorten data. Zo analyseren we vertaalde teksten tegen de achtergrond van originele niet-vertaalde (pre)klassieke Spaanse teksten uit de 14de, 15de, 16de eeuw, alsook originele (niet-vertaalde) teksten in de volkstaal in specifieke Discursieve Tradities. Op die manier proberen we niet enkel de typologische verschillen tussen Latijn en (pre)klassiek Spaans m.b.t. AC te bepalen maar ook de precieze rol die vertalingen spelen in taalverandering. Voor het laatste, contrastieve deel gebruiken we corpora met hedendaagse taal.

Datum:5 okt 2020 →  Heden
Trefwoorden:Spanish linguistics, Absolute construction, Language contact, Analogy, Genre diffusion, Latin influence, European languages, subordinate clause, comparative-historical linguistics, contrastive linguistics, present-day Dutch syntax, Discourse Traditions, Historical linguistics
Disciplines:Vergelijkende talenstudies, Nederlandse taal, Spaanse taal, Latijnse taal, Contactlinguïstiek, Contrastieve linguïstiek, Diachrone linguïstiek, Discourse studies, Corpuslinguïstiek, Historische linguïstiek, Andere Europese talen, Grammatica, Syntax, Synchrone linguïstiek, Tekstlinguïstiek, Stijl en tekstuele analyse
Project type:PhD project