< Terug naar vorige pagina

Project

Ecologische en evolutionaire drijfveren van foerageerspecialisatie in kleine mantelmeeuwen - van oorzaken tot gevolgen

Dierpopulaties bestaan vaak uit foerageerspecialisten en -generalisten, en deze individuele variatie vormt een drijvende kracht achter eco-evolutionaire dynamieken. Foerageerspecialisatie is daarom van cruciaal belang voor een beter begrip van populatiedynamieken. Echter, noch de oorsprong van individuele variatie in foerageerstrategieën, noch de fitness gevolgen, worden volledig begrepen. Dit project onderzoekt het ontstaan van consistente foerageerstrategieën, d.w.z. wanneer en hoe onderliggende gedrags- en structurele verschillen zich ontwikkelen. 'Early life' omstandigheden zijn daarbij van cruciaal belang, aangezien men ervan uitgaat dat omgevingseffecten tijdens deze periode langdurig gevolgen kunnen hebben. Vervolgens zal ik nagaan hoe intrinsieke factoren, zoals competitief vermogen of consistente variatie in andere gedragskenmerken, bepalen hoe dieren foerageren. Tot slot ga ik na of foerageerspecialisatie gevolgen heeft voor reproductief succes, en hoe dit afhangt van omgevingsomstandigheden. Aangezien deze doelstellingen een studie over meerdere life-history stadia vereisen, zal ik experimenten op pulli combineren met GPS-tracking op juvenielen en adulten in een zeevogel (Kleine mantelmeeuw) met een grote variatie in foerageerspecialisatie. Dit project zal leiden tot een beter begrip van de ecologische en evolutionaire implicaties van individuele variatie in foerageerstrategieën, en hoe dit individuen vatbaar maakt voor milieuveranderingen.
Datum:1 nov 2020 →  Heden
Trefwoorden:DIERLIJKE ECOLOGIE, ONTOGENIE, VERANDERINGEN IN HET MILIEU
Disciplines:Dierenecologie, Gedragsecologie, Biologie van adaptatie, Gedragsbiologie
Project type:Samenwerkingsproject