< Terug naar vorige pagina

Project

Een computationeel model van de gebruiksgebaseerde verwerving van abstracte constructies en grammaticale categorieën.

Dit project vertrekt van een belangrijk inzicht verworven uit gebruik-gebaseerde theorieën van taalverwerving, namelijk dat het vermogen van kinderen om taal te leren gebaseerd is op 2 algemene cognitieve capaciteiten: intentie lezen en patroon vinden. Intentie lezen verwijst naar het vermogen van kinderen om aandacht te delen, gebaren te herkennen en de communicatieve intenties van hun gesprekspartners te begrijpen. Patroonherkenning verwijst naar het vermogen van kinderen om gelijkenissen en verschillen in hun sensomotorische ervaringen te herkennen en dit vermogen te gebruiken voor schematische vorming. Het lezen van intenties en het vinden van patronen samen bieden dus de noodzakelijke mechanismen om te generaliseren over verschillende communicatieve interacties heen, en daarbij abstracte schema's te construeren die de linguïstische kennis van een taalgebruiker vertegenwoordigen. Hoewel er ruimschoots empirisch bewijs is om deze hypothese te ondersteunen, bestaan er tot op heden geen getrouwe mechanistische modellen van de processen die betrokken zijn bij het verwerven van dergelijke abstracte schemata. Het doel van dit onderzoeksproject is deze leemte op te vullen door een volledig operationeel mechanistisch model te ontwikkelen van de op gebruik gebaseerde verwerving van abstracte schemata (constructies), samen met een systeem van grammaticale categorieën dat weergeeft hoe deze schemata met elkaar interageren.

Datum:1 sep 2021 →  Heden
Trefwoorden:usage-based language acquisition, generalization, abstract constructions, grammatical categories, computational models, artificial agents, AI, construction grammar
Disciplines:Computationele linguïstiek, Adaptive agents en intelligente robotica, Evolutionaire linguïstiek
Project type:PhD project