< Terug naar vorige pagina

Project

Vaccinatietwijfel in de (post-) COVID-19 EU: Effecten van Europese identiteit, partijoriƫntatie, vertrouwen en politieke polarisatie.

Momenteel varieert de COVID-19 vaccin aarzeling (VH) - een aarzeling of weigering om gevaccineerd te worden - aanzienlijk tussen de EU-lidstaten (74,3% in Spanje versus 58,9% in Frankrijk en 56,3% in Polen) (Lazarus et al., 2020). Het is belangrijk te begrijpen waarom en hoe deze aarzeling om te vaccineren ontstaat, en de relevantie van deze kwestie reikt verder dan de nationale grenzen. Dit is met name het geval in de EU, die bestaat uit 27 landen met uiteenlopende ervaringen met de COVID-19-pandemie, verschillende politieke systemen en burgers die zijn ingebed in verschillende politieke gemeenschappen. Tot dusver is de aarzeling om te vaccineren in ontwikkelde landen vooral vanuit gezondheidswetenschappelijk oogpunt onderzocht en bijna uitsluitend toegespitst op (1) sociaaleconomische en demografische verklaringen (2) in specifieke subgroepen van de bevolking (op meso-niveau, bv. gezondheidswerkers, ouders, religieuze of immigrantengemeenschappen). Op het gebied van de politieke wetenschappen is weinig gedaan om mogelijke (1) politieke verklaringen voor de aarzeling om te vaccineren en (2) op andere dan meso-niveaus (d.w.z. op macro-(landsoverschrijdend) en micro-(individueel) niveau) te onderzoeken. Ondertussen suggereren de cross-nationale verschillen in VH en recent bewijsmateriaal dat VH sterk verbonden zou kunnen zijn met politieke factoren. Tegen deze achtergrond stelt dit project de vraag: hoe verklaren politieke factoren vaccinatieweigering op macro- en microniveau? In dit interdisciplinaire project combineer ik inzichten uit de politieke wetenschappen, politieke psychologie, Europese studies, bestuurskunde en gezondheidswetenschappen om een theoretisch model op te bouwen dat politieke verklaringen biedt voor aarzeling om een vaccin te nemen. Op basis van een uitgebreide literatuurstudie conceptualiseer ik aarzeling om te vaccineren als tegenstrijdig aan vaccinatie, wat een (a) pro-sociaal (b) regel- en normconform (c) risicogedrag is. Als zodanig is het waarschijnlijk een gevolg van zowel normatieve (d.w.z. Europese identiteit, partijoriƫntaties) als instrumentele vormen van therapietrouw (d.w.z. vertrouwen) die bekend zijn uit de therapietrouwliteratuur. Hieraan voeg ik nog een politieke factor toe die mogelijk van groot belang is voor de terughoudendheid ten aanzien van vaccins: politieke polarisatie. Zoals onderzoek laat zien, ondermijnt toenemende politieke polarisatie momenteel het functioneren van democratische regimes over de hele wereld (Carothers & O'Donohue, 2019; Citrin & Stoker, 2018; McCoy, Rahman, & Somer, 2018; McCoy & Somer, 2019). In politiek gepolariseerde staten "zijn de kloven waarschijnlijk zeer diep, is de consensus zeker laag, en wordt de legitimiteit van het politieke systeem op grote schaal in twijfel getrokken" (Sartori, 1976, p. 135). Hoge politieke polarisatie belemmert de capaciteit van de overheid om problemen van collectieve actie op te lossen, wat bijvoorbeeld kan leiden tot terughoudendheid met betrekking tot vaccins. Dit project draagt bij tot verschillende belangrijke academische debatten. Ten eerste draag ik bij tot de gezondheidswetenschappen door een politiek-wetenschappelijk perspectief in te brengen: Ik bied nieuwe politieke verklaringen voor de oude vragen over aarzeling om te vaccineren. Ten tweede formuleer ik sociaal-politieke gevolgen van politieke polarisatie en vertrouwen op een zeer relevant gebied van de volksgezondheid. Ten derde pas ik het theoretische kader van regelnaleving aan op een nieuw terrein van vaccinatie en aarzeling om te vaccineren. Ten vierde verbind ik het specifieke regelconforme gedrag met de kwesties van nationale versus Europese identiteit, waarbij ik onderzoek in welke mate deze politieke identiteiten kunnen worden vertaald in een pro-sociaal risicogedrag.
Datum:1 sep 2021 →  Heden
Trefwoorden:VACCINS, EU, IDENTITEIT, TRUST
Disciplines:Gezondheidspromotie en -beleid, Multilevel governance niet elders geclassificeerd, Collectieve keuze en gemeenschappelijke goederen, Politieke psychologie, Publieke opinie