< Terug naar vorige pagina

Project

Interrelaties tussen neurocognitieve, auditieve, familiale en omgevingsfactoren tijdens de vroege leesontwikkeling

Leesvaardigheden zijn essentieel om deel te nemen aan de hedendaagse maatschappij. De verwerving van leesvaardigheden is een dynamisch proces waarbij verschillende gedrags- en neurale processen betrokken zijn, die beïnvloed worden door genetische en omgevingsfactoren. Hoewel deze multifactoriële etiologie algemeen wel erkend wordt, is de wisselwerking tussen de verschillende niveaus tijdens de leesontwikkeling nog niet volledig begrepen. Nieuwe inzichten in de relaties tussen de verschillende niveaus doorheen de tijd kunnen bijdragen aan een beter theoretisch inzicht in de leesontwikkeling. Dit kan op zijn beurt weer leiden tot een betere ondersteuning van kinderen met leesmoeilijkheden en een vermindering van de negatieve effecten van leesmoeilijkheden op mentaal welzijn en algemene schoolse vaardigheden. Met dit proefschrift trachtten we een bijdrage te leveren aan het onderzoeksdomein door onze kennis van enkele van de mogelijke onderlinge verbanden tussen gedragsmatige, neurale, familiale en omgevingsfactoren tijdens de vroege leesontwikkeling uit te breiden. In totaal werden 162 Nederlandstalige kinderen, waarvan de meerderheid een familiaal en/of cognitief risico op leesmoeilijkheden had, opgevolgd vanaf de derde kleuterklas tot en met het derde leerjaar. We toonden aan dat auditieve/spraakverwerking en de structuur van de auditieve cortex in de kleuterklas latere leesvaardigheden kunnen voorspellen, onafhankelijk van het familiaal risico op leesmoeilijkheden. Wanneer spraakverwerking echter samen met fonologische verwerking werd geanalyseerd, bleek het een cascade-effect te hebben op lezen via fonologisch bewustzijn. Te midden van de COVID-19 pandemie keken we ook naar de invloed van een kritieke verandering in de omgeving (schoolsluitingen) op de ontwikkeling van fonologisch bewustzijn en witte stof plasticiteit in het leesnetwerk. Onverwachts vonden we geen bewijs van een negatief effect van de schoolsluitingen. We vonden echter wel een scanner-gerelateerd verschil in integriteit van de witte stof, met implicaties voor toekomstige studies waarin MRI-data van verschillende scanners samengevoegd zouden worden. Hoewel generalisatie naar de bredere populatie beperkt is, hebben de bevindingen van dit proefschrift bijgedragen aan het theoretische inzicht in de leesontwikkeling. Verder onderzoek zal van cruciaal belang zijn om identificatie- en interventiestrategieën voor kinderen met leesmoeilijkheden te verfijnen in het voordeel van zowel individuen als de samenleving als geheel.

Datum:1 aug 2018 →  1 aug 2022
Trefwoorden:dyslexia
Disciplines:Neurowetenschappen, Biologische en fysiologische psychologie, Cognitieve wetenschappen en intelligente systemen, Ontwikkelingspsychologie en veroudering
Project type:PhD project