< Terug naar vorige pagina

Project

De psychobiologische impact van ondervoeding op cognities en emoties bij patiënten met anorexia nervosa.

Al tijdens de Tweede Wereldoorlog toonde het beroemde Minnesota Starvation Experiment bij gezonde mannen aan dat ondervoeding voedselverlangens verstoord, negatief affect verhoogd, stress veroorzaakt en eetkeuzes doet veranderen. We zien dit ook bij anorexia nervosa (AN) patiënten, waar cognitief-affectieve processen ernstig worden beïnvloed door onderliggende fysieke processen zodra deze patiënten een toestand van ondervoeding bereiken. Recent knaagdieronderzoek, samen met beperkte klinische gegevens bij gezonde mensen, suggereert nu dat het voedingsgevoelige microbiële ecosysteem in de darm (darmmicrobiota), voedselkeuzes aanstuurt via microbiota-darm-hersensignalering. Met name de productie van vetzuren met een korte keten (short-chain-fatty-acids, SCFA), geproduceerd door het microbiota uit voedingsvezels in de darm, wordt verondersteld een sleutelrol te spelen in dit mechanisme. Het stuurt mede de energiebalans, stressreacties, eetlust, alsook motivatie en affect. Dit leidt tot de volgende, nieuwe vraag: beïnvloeden veranderingen in SCFA-productie in de darm door ondervoeding bij AN-patiënten hun positief en negatief affect, zelfbeheersing, energieverbruik, stress en afwijkende voedselkeuzes? Als dat zo is, zouden we voor het eerst een onderliggende biologische verklaring hebben voor de gerapporteerde cognitief-affectieve gevolgen van ondervoeding. Als deze biologische hypothese klopt, zouden er nieuwe doorbraaktherapieën kunnen verschijnen voor de behandeling van AN. Helaas is er rond dit onderwerp tot dusverre vrijwel geen klinisch onderzoek uitgevoerd bij mensen met AN. De Mind-Body research (MBR) groep wil deze leemte opvullen door de relatie tussen het darmmicrobiota en SCFA in het bloed te onderzoeken bij twee psychobiologische endofenotypen betrokken bij afwijkende eetgewoonten in AN: Het positief valentiesysteem (positief affect, drang om te eten en te proeven, resulterend in affectgerelateerde voedselkeuzes) en de arousal/regulatory systems (bijv. energiebalans en stress-opwekking). In verschillende gepubliceerde en lopende studies van het MBR lab (E. Vrieze), werd het belang van beide endofenotypes gevalideerd in verschillende psychiatrische aandoeningen, waaronder eetstoornissen. We wensen dit onderzoek nu naar een hoger niveau tillen door het synergetisch te koppelen met het onderzoek van het wereldwijd toonaangevende TARGID-team (L. Van Oudenhove, K. Verbeke) naar menselijke microbiota-darm-hersensignalering. Samen zouden we de eerste biologische verklaring kunnen stellen en bevestigen voor de slopende feedbacklus veroorzaakt door ondervoeding in al erg zieke patiënten. Om de causaliteit te testen, willen we een driedubbelblinde, placebogecontroleerde, gerandomiseerde klinische studie uitvoeren om het effect van SCFA-toediening op affectgerelateerde voedselkeuzes onder stress en hervoeding in AN te onderzoeken. Met dit project proberen we niet alleen de onderliggende causaliteit van bestendigde afwijkende voedingskeuzes bij anorexia nervosa beter te begrijpen, maar aangezien er momenteel geen empirisch afgeleide overeenstemming is over therapeutische hervoeding, kunnen onze bevindingen ook helpen bij het vormgeven van meer theoretisch gebaseerde richtlijnen voor hervoedingsmethoden bij deze moeilijk te behandelen ziekte.

Datum:14 sep 2021 →  Heden
Trefwoorden:anorexia nervosa, gut-brain communication, human microbiota
Disciplines:Biologische psychiatrie, Gedragswetenschappen
Project type:PhD project