< Terug naar vorige pagina

Project

De wederzijdse relatie tussen (gebrek aan) controle over dreiging en stressreactiviteit.

De hoge prevalentie van angststoornissen blijft wereldwijd een bezorgdheid binnen de geestelijke gezondheidssector. Daarom is er een aanzienlijke vooruitgang geboekt in het onderzoeken van mechanismen die bijdragen aan de ontwikkeling, de instandhouding en de behandeling van angststoornissen. Met name de ontdekkingen uit de ‘leren/conditioneren’-benadering leverden nieuwe inzichten op in het begrijpen van angststoornissen. Binnen dit perspectief zijn drie processen geïdentificeerd als essentiële leermechanismen bij de overgang van adaptieve angst naar angststoornis, namelijk: verminderde uitdoving (Extinction) van angst voor stimuli die niet langer schadelijk zijn, overmatige vermijding (Avoidance) van gevreesde stimuli en overgeneralisatie (Generalization) van geconditioneerde angst naar veilige of op zijn minst ambigue stimuli. Tot op heden heeft onderzoek voornamelijk EAG-processen afzonderlijk beoordeeld. Wat nog niet duidelijk is, is hoe EAG-processen de ontwikkeling en behandeling van emotionele stoornissen correleren, op elkaar inwerken en voorspellen. Het huidige project zal zich richten op de causale invloeden tussen EAG-processen. Onderzoek naar het causale samenspel tussen deze processen zal een dieper inzicht verschaffen in het verwerven en in stand houden van angstgedrag en de overgang van angstgedrag naar pathologische angst.

Datum:6 sep 2021 →  Heden
Trefwoorden:human fear conditioning, extinction, avoidance, generalization, anxiety
Disciplines:Psychopathologie, Leren en gedrag, Psychofysiologie
Project type:PhD project