< Terug naar vorige pagina

Project

Evaluatie van therapierespons in pulmonale hypertensie door de beoordeling van cardiovasculaire dynamica in rust en bij inspanning

Het cardiovasculair systeem bevat twee afzonderlijke circuits: de pulmonale en de systemische circulatie. Dit onderscheid geeft aanleiding tot de verdeling van het hart in een rechter en een linker helft. Het rechter hart pompt het zuurstofarme bloed in de pulmonale circulatie, terwijl het linker hart het zuurstofrijk bloed terug in de systemische circulatie brengt. In het verleden werd bij de beoordeling van de cardiale fysiologie en pathofysiologie voornamelijk de nadruk gelegd op de functie van het linker hart. Nochtans zijn beide harthelften noodzakelijk voor een goede werking van het hart aangezien de rechter en het linker helft in serie werken en onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn op anatomisch en functioneel vlak. Het hoeft daarom ook niet te verbazen dat de belangrijke rol van de rechter ventrikel-pulmonaal vasculair unit in zowel normale cardiovasculaire fysiologie als verscheidene cardiale en pulmoaal vasculaire aandoeningen vandaag onomstotelijk bewezen is.

Omdat inspanningscapaciteit een van de belangrijkste uitkomstdeterminanten is bij patiënten met cardiovasculaire aandoeningen, is evaluatie van de cardiale functie tijdens inspanning van het grootste belang. Voorbij het prognostische belang, biedt cardiale beelvorming tijdens inspanning ook een unieke inkijk in ziektemechanismen omdat het patiënten evalueert terwijl ze klachten ontwikkelen. Daarnaast kan evaluatie tijdens inspanning ook cardiale dysfunctie in een vroeger stadium blootleggen omdat structurele en functionele compensatiemechanismen de onderliggende dysfunctie in rust vaak verbergen.

In dit onderzoeksproject evalueerden we daarom de rol van cardiale reserve en ventriculaire interdependentie bij de beoordeling van patiënten met rechter hart aandoeningen, gebruikmakend van geavanceerde beeldvormingstechnieken tijdens inspanning. We toonden aan dat inspanningslimitatie bij patiënten met chronische tromboembolische pulmonale ziekte gerelateerd is aan zowel een gedaalde cardiale reserve als aan een verminderde pulmonaal vasculaire reserve. Daarnaast konden we aantonen dat ziekteprogressie bij patienten met hartfalen met een bewaarde ejectiefractie gebaseerd is op een achteruitgang van verschillende facetten van de cardiale en pulmonaal vasculaire functie. In andere studies bewezen we dat evaluatie van het hart d.m.v. beeldvorming tijdens inspanning de diagnose van aritmogene rechter ventrikel cardiomyopathie bij atleten vergemakkelijkt en een beloftevolle piste is voor de beoordeling van therapierespons bij patiënten met pulmonaal vasculaire aandoeningen. Daarenboven beschreven we in detail hoe ongunstige ventriculaire interdependentie beïnvloed wordt door inspanning en ademhaling bij patiënten met precapillaire pulmonale hypertensie en bij patiënten met hartfalen en bewaarde ejectiefractie. Tot slot evalueerden we de rol van cardiale pacing als strategie ter reductie van ongewenste ventriculaire interactie in een experimenteel model van rechter ventrikel drukoverbelasting.

Samengevat benadrukken de resultaten van dit doctoraatsproefschrift  het klinische belang van het combineren van inspanningsevaluatie met geavanceerde beeldvormingstechnieken en vebreedt het het toepassingsgebied van inspanninsevaluatie naar de beoordeling van therapierespons.

 

Datum:1 aug 2015 →  14 dec 2021
Trefwoorden:Pulmonary Hypertension, Right Ventricle, Exercise testing, Cardiac Resynchronisation Therapy, Pulmonary Banding, Cardiac Magnetic Resonance
Disciplines:Cardiale en vasculaire geneeskunde
Project type:PhD project