< Terug naar vorige pagina

Publicatie

Antwerpen 1584

Boek - Dissertatie

Ondertitel:oorlog en ongelijkheid in de stedelijke ruimte
Aan de hand van een historische casus, de Val van Antwerpen (1584-1585), gaat dit onderzoek op zoek naar sociale en ruimtelijke processen die rijkdom en armoede na een catastrofale schok herverdelen. De COVID-19 pandemie leidde volgens veel experts tot toenemende verschillen tussen rijk en arm. Toch leert de rampengeschiedenis dat de relatie tussen ongelijkheid en catastrofes niet eenduidig is. Om die relatie in Antwerpen te onderzoeken werd voor het eerst een ruimtelijk perspectief gehanteerd. Verschillen tussen rijk en arm, tussen beroepsgroepen of tussen etnische en religieuze groepen uiten zich al eeuwenlang in specifieke ruimtelijke vestigingspatronen. De stedelijke ruimte speelt bovendien, volgens de New Urban History, een actieve rol in het vormen en veranderen van sociale verschillen en machtsverhoudingen. Fungeerde de Val van Antwerpen als grote sociale en ruimtelijke equalizer? Dit werd onderzocht aan de hand van twee dimensies: een demografische en een materiële. De demografische dimensie kwam vooral tot uiting via massale emigratie. De emigratie leidde tot een sociale en ruimtelijke onttopping en ontbottoming: vooral sterk gesegregeerde elite- en armenkwartieren lieten grote concentraties emigranten zien. De sociale middengroepen bleken door hun focus op de foundational economy, op kennisintensieve luxenijverheden en vanwege hun sterke verankering in de binnenstedelijke woningmarkt het beste bestand tegen de crisis. Toch waren ook zij door vraaguitval en veranderde verkeersstromen op specifieke ruimtelijke locaties kwetsbaar. In tegenstelling tot wat men zou verwachten, gezien het gedwongen vertrek van protestanten na 1585, speelde geloofsovertuiging slechts een bijrol. Via de woningmarkt (de materiële dimensie) werd onderzocht of bepaalde sociale groepen zich, ten koste van de dominante middengroepen, konden versterken of dat juist de middengroepen hun positie op de woningmarkt verder konden uitbouwen. We vonden echter vooral een verschuiving binnen de bestaande sociale eigendomsverhoudingen: een deel van de gegoede huurders verwierf een eigen woning op een verbeterde locatie door te profiteren van het faillissement van bestaande eigenaren. Een tweede materieel effect deed zich voor via gedifferentieerde waardeontwikkeling: als gevolg van aanbod- en vraagontwikkeling herstelden goedkope woningen na 1585 veel sneller in prijs dan middenklasse en dure woningen. Vooral ‘huisjesmelkers’ profiteerden hiervan. De afnemende verschillen tussen huurprijzen zorgden in de praktijk ook voor een scheeftrekking van de reële inkomens, waarbij huishoudens onderaan de sociale ladder een disproportioneel deel van hun inkomen aan wonen bleven besteden. We moeten dus concluderen dat zowel nivellerende als polariserende processen tegelijkertijd plaatsvonden maar dat het uiteindelijk, ondanks de uitzonderlijk bronnensituatie (GIStorical Antwerp), zeer moeilijk was het nettoresultaat te bepalen.
Aantal pagina's: 446
Jaar van publicatie:2021
Trefwoorden:Doctoral thesis
Toegankelijkheid:Open