< Terug naar vorige pagina

Project

Onderzoek naar het profiel en de aanpak van tienerpooiers (VLOV160)

Tienerpooiers die (minderjarige) kwetsbare meisjes en jonge vrouwen of jonge mannen emotioneel manipuleren om ze stapsgewijs in de zeer lucratieve (verborgen) prostitutie uit te buiten, is een problematiek die de voorbije twintig jaar ruim aan aandacht won. Zanetti (2010: 15) formuleerde een vaak gebruikte definitie: “[Tienerpooiers] zijn mensenhandelaren die vrouwen en/of mannen doelbewust emotioneel afhankelijk maken door (de belofte van) het aangaan van een liefdesrelatie en hen vervolgens (...) uit te buiten, veelal in de prostitutie”. Ondanks de sterk toegenomen aandacht voor de detectie en aanpak van het fenomeen, is onze kennis hiervan nog erg fragmentarisch en oppervlakkig. Dat geldt in het bijzonder voor de daders of tienerpooiers zelf (hun modus operandi, motieven, profielen, strafrechtelijk trajecten, enz.), waarover nog maar bitter weinig geweten is. Dat ligt deels aan de complexe relatie tussen slachtoffers en dader. Ondanks de schrijnende verhalen is het een veelvoorkomend probleem dat slachtoffers van tienerpooiers zichzelf vaak niet als slachtoffer percipiëren en inmenging van politiediensten of gespecialiseerde zorg eerder als bedreiging dan als oplossing zien. Dit verklaart waarom tienerpooiers er in slagen om onder de radar te blijven. Het migratiecentrum Myria vermeldt ‘slechts’ 18 vonnissen in relatie tot “loverboys” in haar databank; het aantal strafzaken en veroordelingen voor mensenhandel ligt laag omwille van talloze knelpunten (Boels & Ponsaers, 2011). De lacunes in onze kennis over daders, hun motieven, werkwijzen en achtergronden belemmeren de uitwerking van een doelmatige aanpak en preventie van de problematiek. Dit onderzoeksvoorstel wil daar een antwoord op bieden door middel van empirisch onderzoek dat zich omwille van de haalbaarheid niet enkel toespitst op (veroordeelde) daders, maar ook verdachten in het vizier neemt en beoogt om voor beide groepen zoveel mogelijk inzichten te verzamelen over hun achtergronden, motieven, modus operandi en criminele carrières. In wat volgt wordt verduidelijkt welke de diverse kennislacunes en methodologische hindernissen zijn waar we zullen moeten rekening mee houden om gericht en haalbaar empirisch onderzoek naar tienerpooiers te kunnen uitvoeren, welke onderzoeksvragen we in functie daarvan centraal stellen en welke volgens ons de meest geschikte strategieën van dataverzameling en -verwerking zijn.
Datum:1 mrt 2022 →  31 okt 2022
Trefwoorden:Profiel, Onderzoek, Tienerpooier
Disciplines:Jeugd- en levensloopcriminologie