< Terug naar vorige pagina

Project

Vesselprotect (Vesselprotect)

Orgaangreffes zoals donorharten of –ieren, samengestelde weefsels zoals bloedvaten en embryo’ of een collectie van cellen zoals stamcellen of hepatocyten worden meestal bewaard via koel bewaren, cryopreservatie of vitrificatie vooraleer ze worden aangewend voor transplantatie bij zowel mens als dier. Het koelen van een greffe remt potentiële toxische chemische processen af en dit is algemeen gezien noodzakelijk om de celviabiliteit te bewaren. Het afkoelingsproces is intrinsiek geassocieerd met een welbepaalde graad van celstress die uiteindelijk zal leiden tot celschade en celdood. Gap juncties en connexine hemikanalen (dit zijn halve gap junctie kanalen) spelen een rol in celdoodprocessen. Celdoodsignalen kunnen via gap juncties celdood verspreiden naar naburige cellen; dit wordt bystander celdood genoemd. Hemikanalen, die geen gapjuncties vormen, kunnen bij ongecontroleerd openen celdood promoten en daardoor zoals een toxische porie, de vrijstelling of opname van ionen en kleine metabolieten toelaten. Het inhiberen van connexine kanalen, zowel gap juncties als hemikanalen kan dus leiden tot een verbeterde celviabiliteit na koel- of vriesgerelateerde stress die geassocieerd is met deze bewaringstechnieken. Een recente octrooiaanvraag van onze onderzoeksgroep betreft een methode om greffes te beschermen tegen celdood door gap juncties en hemikanalen te blokkeren via het toevoegen van connexine/pannexine mimetische peptiden in het preservatie/ontdooimedium. Deze methode werd in het bijzonder al aangetoond in gecryopreserveerde humane bloedvaten. Bijkomende data en evidentie in andere weefsels en celsystemen zijn echter noodzakelijk om het proof-of-concept uit te werken en te versterken en tot slot om een licentie mogelijk te maken.

Datum:1 jan 2014 →  14 apr 2015
Trefwoorden:vitrificatie, levensvatbaarheid, (cryo) behoud, celdood, connexins
Disciplines:Immunologie