< Terug naar vorige pagina

Project

Een empirisch onderzoek naar pretest-effecten in incidentele woordenschatverwerving in een tweede taal.

Incidentele woordenschatverwerving is één van de vaakst onderzochte onderwerpen in tweedetaalverwerving. Een pretest-posttest design wordt vaak gebruikt om het effect van een incidentele leeractiviteit (bijv. lezen, luisteren, TV kijken) op woordenschatkennis te meten. Dit design is echter vatbaar voor ongewenste leereffecten door het gebruik van een pretest (e.g., Swanborn & de Glopper, 1999). Pretest-effecten zijn uitvoerig onderzocht in psychologisch en educatief onderzoek (e.g., Chan et al., 2018), maar hebben tot nog toe weinig aandacht gekregen in onderzoek over woordenschatverwerving in een tweede taal. Pretest-effecten zouden een sterke invloed kunnen hebben op onderzoeksresultaten en hun implicaties voor tweede-taalonderwijs. 

Het project onderzoekt in hoeverre pretests een effect hebben op het leerproces en de resultaten van incidentele woordenschatverwerving door middel van lezen. Studie 1 onderzoekt hoeveel variantie in leerresultaten verklaard wordt door het gebruik van een pretest, alsook het effecten van 3 modererende variabelen: het tijdsinterval tussen de pretest en de leerfase, het gebruik van afleiders, en het testformaat. Studie 2 gebruikt eye-tracking en mondelinge verslagen om het pretest-effect op aandacht tijdens het lezen te meten. Studie 3 zoomt in op de pretest zelf, en onderzoekt (a) het effect van de pretest in vergelijking met vooraf studeren, (b) het effect van morfemische informatie in de pretest, en (c) het effect van responstijden. 

Datum:1 okt 2022 →  Heden
Trefwoorden:L2 vocabulary, incidental learning, pretesting effects
Disciplines:Taalverwerving, Psycholinguïstiek en neurolinguïstiek, Theorie en methodologie van de linguïstiek niet elders geclassificeerd