De Invloed van de Verwoording van Beweringen op Intuïtieve Waarheidsperceptie

Dit PhD project situeert zich binnen het domein van de experimentele sociale psychologie en zal onderzoeken hoe formele aspecten van schriftelijke of mondelinge boodschappen bijdragen tot het verspreiden van beweringen over groepsverschillen. Groepsverschillen kunnen op verschillende manieren besproken worden. De bewering dat oude mensen wijs zijn kan bijvoorbeeld op de volgende drie manieren omschreven worden: “Oude mensen zijn wijs”, “Oude mensen zijn wijzer dan jonge mensen”, en “Jonge mensen zijn minder wijs dan oude mensen”. Deze drie zinnen, of comparatieve formats, brengen de boodschap over dat oude mensen wijs zijn. De eerste zin omschrijft deze boodschap echter als een impliciet verschil (aangezien oude mensen vergeleken worden met een geïmpliceerde referentiegroep), terwijl de tweede en derde zin deze boodschap beschrijven als een expliciet verschil (de referentiegroep wordt expliciet vermeld). Bovendien kan men ook verschillende vergelijkingswoorden (bv. meer of minder) en verschillende roltoewijzingen (bv. doel van de vergelijking of referentiegroep) gebruiken om dezelfde boodschap over te brengen. De twee hoofddoelen van dit project zijn om te onderzoeken 1) wanneer en waarom mensen het gevoel hebben dat een boodschap op een bepaalde manier geformuleerd kan worden, en 2) hoe die formuleringen de interpretatie van de boodschap beïnvloeden. Dit zijn belangrijke, maar weinig onderzochte onderzoeksvragen over de impact van comparatieve formats. De hypotheses van dit project zullen gegrond zijn in sociale en cognitieve psychologie, filosofie, en linguïstiek. Het experiment zal de verkozen methode zijn om deze vragen te onderzoeken. Er zal echter ook een recent ontwikkelde methode (communication chain approach) toegepast worden om deze vragen te onderzoeken. Op deze manier zal dit project bijdragen aan onze kennis over hoe stereotypen verspreiden door de keuze van comparatieve formats.