< Terug naar vorige pagina

Project

De rol van steekproefkenmerken in de stabiliteit van de schattingen van de toegevoegde waarde van scholen: steekproefgrootte, leerlingenmobiliteit en steekproefheterogeniteit.

In veel landen worden toegevoegde waarde (TW)-modellen gebruikt om de effectiviteit van scholen te schatten. De instabiliteit van TW-schattingen over verschillende jaren heen vormt daarbij een struikelblok. Instabiele TW-schattingen zijn mogelijks minder betrouwbaar en daardoor minder bruikbaar om de effectiviteit van scholen vast te stellen. Het is dan ook een uitdaging om de kenmerken die gerelateerd zijn aan deze instabiele schattingen in kaart te brengen, zoals bijvoorbeeld de statistische modellen die worden gebruikt of de covariaten die daarin worden geïntegreerd. In dit project focussen we op de relatie tussen instabiele TW-schattingen en één specifiek type van kenmerken: steekproefkenmerken. In elke studie gebruiken we gesimuleerde data en echte data van Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk om deze relatie te onderzoeken onder verschillende condities. We formuleren een antwoord op de minimum vereiste steekproefgrootte om stabiele TW-schattingen te bekomen, dit onder de condities van een joint value-added model en de klassieke benadering waarbij TW-schattingen op basis van afzonderlijke TW-modellen met elkaar worden vergeleken. Verder onderzoeken we de stabiliteit van TW-schattingen wanneer leerlingenmobiliteit expliciet wordt opgenomen in een model dat de voordelen van joint value-added modeling en multiple membership modeling combineert. Tot slot bestuderen we de relatie tussen de stabiliteit van TW-schattingen en de mate van diversiteit in scholenpopulaties.

Datum:1 jan 2023 →  Heden
Trefwoorden:stability, value-added modeling, school effects
Disciplines:Onderwijskunde op mesoniveau, Methodologie van pedagogisch en onderwijskundig onderzoek