< Terug naar vorige pagina

Organisatie

Centrum voor Computerlinguïstiek, Psycholinguïstiek en Sociolinguïstiek (CLiPS)

Research Group

Hoofdorganisatie:Departement Taalkunde
Tijdsduur:1 okt 2003 →  Heden
Organisatieprofiel:Het onderzoek van CLiPS speelt zich af in een interdisciplinair gebied tussen taalkunde, psychologie en informatica (Artificiële Intelligentie). Er zijn drie belangrijke onderzoeksgebieden: Psycholinguïstiek, taalverwerving (coördinator: Steven Gillis). Het belangrijkste onderwerp hier is hoe jonge kinderen de taal leren die ze horen. Dit proces start nog voor baby's woorden en frasen produceren. Daarom bestuderen we de vocaliseringen van baby's vanaf de geboorte, en hoe ze steeds meer `woord-achtig' worden. Zodra ze woorden beginnen te gebruiken analyseren we de fonologische ontwikkeling (de klank- en lettergreeppatronen waaruit ze bestaan, klemtoon en intonatie, `spaakfouten') en morfofonologische ontwikkeling (bijv. hoe leren ze verkleinwoorden of meervouden?), en syntactische ontwikkeling (bijv. hoe leren ze de basiswoordvolgorde van het Nederlands?). Bovendien bestuderen we hoe jonge kinderen de betekenis van woorden leren en hoe ze deze woorden juist leren gebruiken. Een ander belangrijk onderzoeksgebied binnen taalverwerving is de mate waarin de taalomgeving van een kind voldoende informatie voorziet waarmee taal geleerd kan worden. Op dit moment hebben we een uitgesproken interesse in de taalontwikkeling van kinderen met verschillende kwaliteit van gehoor: de taalverwerving van normaal horende kinderen wordt vergeleken met die van gehoorgestoorde kinderen met een conventioneel hoorapparaat en met die van dove kinderen met `received hearing' dank zij een cochleair implantaat. Het onderzoek richt zich vooral op de verwerving van Nederlands als eerste taal, maar er is ook aandacht voor taalvergelijkende studies waarin de verwerving van specifieke fenomenen bestudeerd wordt in typologisch verschillende talen. Psycholinguïstiek, taalverwerking (coördinator: Dominiek Sandra). De nadruk ligt op de aard van de mentale representaties en processen die taalgebruik in ervaren taalgebruikers ondersteunen, meer bepaald in de domeinen van spelling en lezen. In de studie van het leesproces gaat de aandacht vooral naar visuele woordherkenning. De thema's die de laatste jaren aan bod zijn gekomen zijn de rol van morfologische structuur bij lexicale toegang en de vraag of lexicale toegang in tweetaligen taalselectief is of niet. Deze onderwerpen worden bestudeerd in reactietijdexperimenten en maken gebruik van verschillende experimentele paradigma's. In onze studie van het spellingproces proberen we te verklaren waarom descriptief eenvoudige, regelgebaseerde woordvormen (Nederlandse werkwoordsvormen) aanleiding geven tot zoveel spelfouten bij ervaren spellers. Experimenten en foutencorpora zijn twee soorten empirische data. De centrale verklarende concepten bij deze onderzoekslijn zijn de frequentie van voorkomen van orthografische patronen op lexicaal niveau, en analogieprocessen op sublexicaal niveau. Tenslotte bestuderen we de mogelijkheid om morfosyntactische en syntactische taalverwerking met behulp vaan exemplaargebaseerde analogie te verklaren eerder dan met behulp van regeltoepassing. Hier steunen we op experimenteel en modelleringwerk. Computerlinguïstiek (coördinator: Walter Daelemans). Basisonderzoek in de computerlinguïstiek bij CLiPS bestudeert computationele methodes voor de representatie, de verwerving en het gebruik van taalkennis. We richten ons daarbij vooral op de toepassing van statistische en zelflerende methodes, getraind op corpusdata, om menselijk taalverwerving en taalverwerking te verklaren en om systemen voor tekstinterpretatie te ontwikkelen die accuraat, efficiënt en robuust genoeg zijn om ingezet te kunnen worden in praktische toepassingen. We ontwikkelen daartoe algoritmen voor zelflerende systemen die aangepast zijn aan de eigenschappen van natuurlijke taal (weinig regelmatigheden, veel onregelmatigheden en uitzonderingen), en ontwikkelen nieuwe methodes voor het modelleren van deze taaldata. Ons strategisch onderzoek speelt zich af in het domein van de taaltechnologie, de ontwikkeling van taalverwerkingssystemen die bijdragen aan het oplossen van informatie- en vertalingsobstakels. De research aandacht gaat hier vooral naar `text analytics' (extractie van kennis uit niet-gestructureerde tekstgegevens). Recent werden in de groep ook onderzoeksinitiatieven ontwikkeld rond taaltechnologie voor Afrikaanse talen en rond `Digital Humanities' (vooral in de deelgebieden computationele stylometrie en taaltechnologie voor oude varianten van het Nederlands).
Trefwoorden:COMPUTATIONELE LINGUÏSTIEK, COMPUTATIONELE PSYCHOLINGUÏSTIEK, TAALTECHNOLOGIE, TEXT MINING, PSYCHOLINGUÏSTIEK, TAALVERWERVING, COGNITIEVE WETENSCHAPPEN, SOCIOLINGUÏSTIEK, MACHINAAL LEREN, ARTIFICIËLE INTELLLIGENTIE (AI)
Disciplines:Artificiële intelligentie, Cognitieve wetenschappen en intelligente systemen, Linguïstiek, Theorie en methodologie van de linguïstiek