< Terug naar vorige pagina

Organisatie

Reproductieve immunologie en implantatie

Research Group

Hoofdorganisatie:Onderzoeksraad
Tijdsduur:2 feb 2011 →  Heden
Organisatieprofiel:

De onderzoeksgroep Reproductieve Immunologie en Implantatie heeft tot doel de verschillende aspecten betrokken bij vroege implantatie te onderzoeken en meer in het bijzonder de interactie tussen het endometrium en het embryo welke tot succesvolle innesteling leidt in natuurlijke en IVF cycli. Het endometrium is slechts gedurende een beperkte periode receptief voor een innestelend embryo, gedurende het zogenaamde implantatievenster. Gecontroleerde ovariele stimulatie voor IVF gaat gepaard met een sterk gewijzigd endocrinologisch milieu dat potentieel invloed heeft op de receptiviteit van het endometrium. De precieze moleculaire netwerken betrokken bij deze receptiviteit zijn nog niet opgehelderd. Uit onderzoek verricht binnen onze groep is gebleken dat de morfologie van het endometrium op de dag van eicel pickup een premature secretoire verandering vertoont. Wanneer dit fenomeen extreem aanwezig is (endometrium met een maturatie die meer dan 4 dagen vooruitloopt op de chronologische dag) werden geen zwangerschappen vastgesteld. Tevens wordt bij IVF vaak een premature stijging van progesteron waargenomen. Het was tot nu toe echter niet duidelijk in welke mate deze een invloed heeft op zwangerschapsuitkomst. Wij hebben een verschil in endometriale genexpressie kunnen aantonen op de dag van eicel pickup welke gepaard gaat met subsequente zwangerschap en meer bepaald een moleculair netwerk, COX2 dat betrokken is in verschillende stimulatieprotocols voor IVF. Wij hebben eveneens een invloed kunnen aantonen van verhoogd progesteron in de laatfolliculaire fase op de genexpressie van het endometrium. Daarnaast spelen immunologische factoren een rol bij de interactie tussen embryo en endometrium en worden verantwoordelijk geacht voor een gedeelte van de implantatiestoornissen en miskramen. De interactie van HLA moleculen op embryo en trofoblast met Natural Killer (NK) cellen in het endometrium stimuleert deze cellen tot de secretie van cytokines en vasculaire groeifactoren die de implantatie bevorderen en T cellen inhiberen. Trofectoderm en extravilleus trofoblast drukken geen klassieke HLAmoleculen A en B uit, waardoor afstoting en activatie van cytolytische NK cellen voorkomen wordt, echter wel HLAC en de niet-klassieke HLA-G en -E moleculen. De receptoren voor HLA klasse I zijn de KIR (killer-cell-immunoglobuiln-like receptoren) die NK cellen kunnen activeren of inhiberen. De voornaamste liganden voor inhiberende KIR zijn HLA-Bw4, HLA-C en HLA-G moleculen. De liganden voor activerende KIR zijn tot op heden onvolledig gekend. Bepaalde HLA-C allelen binden activerende KIR met lage affiniteit. KIR receptoren op moederlijke NK cellen zouden een regulerende rol kunnen spelen bij implantatie door signalen te voorkomen die het embryo zouden kunnen beschadigen. Er werd een associatie aangetoond tussen miskraam en pre-ecclampsie in moeders met KIR AA genotype en een HLA-C2 foetus. Solubel HLA-G in kultuursupernatans van preimplantatie embryos werd naar voor geschoven als implantatie merker met de bedoeling het embryo met hoogste kans op implantatie te kunnen selecteren adhv niet-invasieve methodologiën, belangrijk in het kader van single embryo transfer ter preventie van de complicaties van meerlingzwangerschap. Momenteel zijn deze studies controversieel omwille van grote heterogeneiteit in technieken voor ART (assisted reproductive technology), eiceldenudatie, embryo was en cultuurcondities, transfer van single of multipele embryo's, behandeling van het kultuursupernatans voor immunoassay, HLA-G immuno-assay techniek (standardisatie, gevoeligheid, reproduceerbaarheid)

Trefwoorden:reproductive genetics, immunology, implantation, assisted reproductive technology
Disciplines:Endocrinologie en metabole ziekten, Immunologie, Moleculaire en celbiologie