< Terug naar vorige pagina

Project

Aversie voor wachten bij jongeren met ADHD: een verfijning van het endofenotype op hersenniveau.

ADHD is een chronische kinderpsychiatrische stoornis gekenmerkt door pervasieve en persisterende problemen met aandacht, overbeweeglijkheid en impulsiviteit. De prevalentie wordt geschat op 5%. Op lange termijn lopen jongeren met ADHD een verhoogd risico op schools falen, delinquentie en middelenmisbruik. Gezien de maatschappelijke en psychosociale kosten die gepaard gaan bij jongeren met impulscontroleproblemen zoals ADHD en middelenmisbruik is het belangrijk om zicht te krijgen op de onderliggende ontwikkelingspaden. Een aantal theorieën probeert de onderliggende mechanismen bij ADHD bloot te leggen. De executieve functietheorie (inclusief een gebrekkig werkgeheugen en/of een inhibitiedeficit) heeft lange tijd gedomineerd maar inmiddels is duidelijk dat ze slechts een gedeeltelijke verklaring aanreikt. Sonuga-Barke postuleert een motivationeel/affectieve route die bestaat uit twee componenten. De eerste motivationele component is een impulsieve drang naar onmiddellijke beloning. De tweede affectieve component is een aversie voor uitstel M.a.w. kinderen en jongeren met ADHD hebben een impulsieve zucht naar onmiddellijke behoeftebevrediging en een hekel aan uitstel en wachten. Tot op heden is het inzicht in de hersengebieden, verantwoordelijk voor deze deficits minimaal. Het opzet van deze studie is om aan de hand van een nieuw testparadigma de onderliggende neuronale processen via functionele beeldvorming in kaart te brengen. Een nieuw paradigma werd ontwikkeld: de Escape from Delay Incentive (EDI)-taak. Aan de hand van twee verschillende waarschuwingssignalen wordt de jongere geïnformeerd of hij/zij een wachtperiode kan vermijden als er snel genoeg gereageerd wordt. De taak creëert zo twee situaties: eentje waarin de jongere beloond als hij snel reageert, omdat hij dan niet moet wachten en eentje waarin de aversie voor uitstel aangesproken wordt omdat hij noodgedwongen moet wachten. De resultaten van onze recentelijk gepubliceerde pilootstudie bevestigen de hypothese dat de amygdala en insula sterker geactiveerd worden wanneer de jongere wordt geconfronteerd met de situatie waar hij/zij noodgedwongen moet wachten dan wanneer deze wachtperiode kan vermeden worden. Het huidig onderzoeksproject bestaat uit drie studies. In een eerste studie wordt onderzocht of er een dosis-gerelateerd effect is van de te verwachten wachtperiode. In de tweede studie wordt de specificiteit van de aversiviteit voor wachten bij jongeren in een fMRI setting onderzocht. In een derde studie wordt het dual pathway model op hersenniveau onderzocht. Dit model stelt dat naast de aversie voor wachten er ook een inhibitiedeficit is, waarbij elk deficit zijn oorsprong vindt in een afzonderlijk hersencircuit. De resultaten van dit onderzoek zullen helpen om de onderliggende neuronale mechanismen bij jongeren met ADHD beter te begrijpen en kunnen aanknopingspunten bieden voor de ontwikkeling van nieuwe therapeutische interventies.
Datum:1 okt 2012 →  30 sep 2016
Trefwoorden:Endophenotype, ADHD, Adolescent
Disciplines:Biologische en fysiologische psychologie, Algemene psychologie, Andere psychologie en cognitieve wetenschappen