< Terug naar vorige pagina

Project

Bevriende tegenpolen. Een literaire analyse van vriendschap en gelijkheid in zeventiende-eeuws Frankrijk

Alle onderdanen “van welke stand ook” moeten “vreedzaam samenleven als vrienden”. Het Edict van Nantes (1598) legt naast godsdienstvrijheid, ook een inclusief vriendschapsideaal op. Brieven en verhandelingen over vriendschap tonen hoe sociale interacties grondig veranderen in absolutistisch Frankrijk: het hof en de salons verenigen man en vrouw, koning en onderdaan, moralist en libertijn. Toch geven literatuuronderzoekers de voorkeur aan de studie van Aristotelische "perfecte vriendschap", die enkel gelijke mannen verbindt, want andere relaties zouden neigen naar liefde of eigenliefde.
Mijn project voert als eerste onderzoek naar vriendschap tussen tegenpolen in 17e-eeuws Frankrijk. Ik bestudeer en vergelijk nonfictie (theoretische beschouwingen, brieven, memoires) en fictie over vriendschap (van de libertijnse poëzie van Théophile de Viau tot de anonieme tragedie "Le Triomphe de l’amitié"), om te bepalen of en hoe echte vriendschap verschillen kan overbruggen in geslacht, morele overtuiging, sociopolitieke stand of karakter.
Met behulp van literatuurstudie, gevoels-, en politieke geschiedenis, stelt mijn onderzoek de klassieke literaire blik op vriendschap in vraag, en biedt het bovendien nieuwe inzichten in de snel veranderende sociabiliteit in prerevolutionair Frankrijk. Teksten over bevriende tegenpolen geven het verlangen weer naar egalitaire en affectieve relaties. Ze bereiden zo de Verlichting voor en belichten de uitdagingen van het huidige multiculturalisme

Datum:1 nov 2019 →  14 aug 2022
Trefwoorden:Gender and social equality, Fiction Religious (in)tolerance, Court society, Seventeenth-century France, Friendship
Disciplines:Franse literatuur