< Terug naar vorige pagina

Project

De grammaticalisatie van de toekomstige en conditionele tijd in de geschiedenis van de Ibero-Romaanse talen: een taal- en dialectcontact benadering.

De ontwikkeling van de toekomstige en conditionele tijd in het Castiliaans – en in de Romaanse talen in het algemeen – wordt algemeen erkend als een typisch geval van grammaticalisatie, waarbij de twee componenten van de Latijnse perifrase [infinitief + HABERE] tot synthetische vormen zijn gefusioneerd (bv. cantaré, cantaría). In het Oud-Castiliaans bestaat er variatie tussen de synthetische vormen en de analytische vormen (bv. cantar lo é, cantar lo ía). Deze variatie wijst erop dat het grammaticalisatieproces in die periode nog niet compleet is. Uiteindelijk hebben de synthetische structuren de overhand genomen en zijn de analytische verdwenen, waaarmee het grammaticalisatieproces werd voltooid. De literatuur over dit onderwerp vertoont een belangrijke kloof aangezien de exacte chronologie en de geografie van deze ontwikkeling nog grotendeels niet gekend zijn. Een vergelijking tussen het Castiliaans en de omliggende talen (Galicisch-Portugees, Astur-Leonees, Navarro-Aragonees, Catalaans, Occitaans), suggereert een grammaticalisatiecontinuum over het Iberische Schiereiland. Een recente hypothese stelt dat de ontwikkeling van de toekomstige en conditionele tijd zich door taal- en dialectcontact voordeed en een Noord-Zuid-West traject volgde. Mijn onderzoek zal deze hypothese bestuderen en streeft ernaar de geografie van de verandering vast te leggen en de concrete rollen van grammaticalisatie en taal- en dialectcontact in dit structurele convergentiefenomeen te onderzoeken.

Datum:1 nov 2019 →  18 dec 2023
Trefwoorden:Ibero-Romaanse talen
Disciplines:Geomorfologie en landschapsevolutie, Contactlinguïstiek, Dialectologie, Syntax, Historische linguïstiek