< Terug naar vorige pagina

Project

'Educated brains raising brains in need of education". Kritische metafooranalyse van conceptualisaties van 'goed ouderschap' in (neuro)Discours over ouderschap in Vlaanderen

SAMENVATTING – ‘Educated brains raising brains in need of education’. Kritische metafooranalyse van conceptualisaties van ‘goed ouderschap’ in (neuro)Discours over ouderschap in Vlaanderen – door Joyce Leysen 

Onderzoek over de relatie tussen ‘goed ouderschap’ en discours over de hersenen situeert zich voornamelijk binnen onderzochte contexten van Angelsaksische landen en streken, zoals de VK en de VS. Literatuurstudie geeft aan dat deze relatie nog niet bestudeerd is in de context van Vlaanderen (het noordelijke deel van België). Dit doctoraatsonderzoek zet hierop in. In twee gevalsstudies is kritische metafooranalyse (KMA) gebruikt om te onderzoeken hoe conceptualiseringen van ouderschap en de ouder-kind relatie verstaan worden in hedendaags discours over de hersenen – neurodiscours – in Vlaanderen. Het hele onderzoek bouwt voort op academisch werk over de cultuur van ‘parenting’. Het verhoudt zich daarnaast tegenover een achtergrond van manieren van denken die een pedagogische blik op ouderschap articuleren en ouderschap beschouwen als een intergenerationeel proces waarin ouders verantwoordelijkheid opnemen voor het kind en voor een gedeelde wereld.

De doctoraatsthesis bestaat uit vier delen. Het eerste deel omvat een theoretische inleiding op het onderzoeksonderwerp via twee hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk situeert het onderzoek, de focus en de theoretische achtergronden waarop het bouwt. Het tweede hoofdstuk zoomt in op het concept neurodiscours, in het bijzonder neurodiscours over ouderschap. Het vertrekt van de notie ‘Discours’ van James Paul Gee (1999; 2004) als een manier om de concepten ouderschapsDiscours, neuroDiscours en neuroDiscours over ouderschap theoretisch te onderscheiden. Daarop voortbouwend presenteert het een voorlopige categorisatie van neuroDiscours over ouderschap volgens drie ordenende principes: academisch neuroDiscours, gepopulariseerd neuroDiscours en populair neuroDiscours. De gevalsstudies focussen op gepopulariseerd neuroDiscours over ouderschap. Het hoofdstuk beschrijft ook drie culturele modellen die huizen in neuroDiscours over ouderschap.

Het tweede deel van de thesis presenteert de methodologische theorie van het onderzoek. Het bestaat uit het derde hoofdstuk dat de theorie van KMA van Jonathan Charteris-Black (2004) beschrijft. Het hoofdstuk schetst hoe de focus op metafoor in dit onderzoek verschilt van bestaand metafooronderzoek. Het articuleert hoe de theorie van Charteris-Black voortbouwt op conceptuele metafoortheorie en hoe dit verder gaat dan een zuivere focus op conceptuele metafoor. Het hoofdstuk beschrijft ook de epistemologische positie van de onderzoekster en hoe KMA is toegepast in de gevalsstudies.

Het derde deel van de thesis omvat de hoofdstukken over de uitgevoerde gevalsstudies. Het vierde hoofdstuk rapporteert over de eerste gevalsstudie. Deze studie op niveau van het Vlaamse familiebeleid onderzoekt de relatie tussen conceptualiseringen van ouderschap en gepopulariseerd (neuro)Discours over ouderschap in digitale nieuwsbrieven en magazines van de Vlaamse overheidsdienst Kind & Gezin die (aanstaande) ouders adresseren. De studie presenteert de metaforische manieren waarop ouderschap wordt begrepen in de documenten. Het argumenteert dat het bestudeerde gepopulariseerde (neuro)Discours performatieve kracht heeft met betrekking tot hoe het ouders positioneert en hoe het argumenten over ouderschap kan structureren. Het hoofdstuk argumenteert ook hoe het bestudeerde neuroDiscours over ouderschap verschilt van wat erover is geschreven in de Angelsaksische literatuur. Het vijfde hoofdstuk rapporteert over de tweede gevalsstudie. Deze studie onderzoekt hoe ouderschap wordt begrepen in vijf Nederlandstalige gepopulariseerde neurowetenschapsboeken die ouders adresseren en beschikbaar zijn op de Vlaamse boekenmarkt. De studie beschrijft de metaforische manieren waarop ouderschap is geconstrueerd in het Discours van de boeken. Bouwend op het concept van het ‘retorische brein’ van Thornton (2011), exploreert de studie hoe deze metaforische constructies verwikkeld zijn in bredere discursieve maatschappelijke narratieven en invloeden. Het beargumenteert dat het Discours in de boeken performatieve kracht heeft ten opzichte van hoe het ouders en ouderschap positioneert en hoe het ouders zou kunnen overtuigen om mee te gaan met haar argumenten. Terugkijkend op hoe het Discours het handelen van ouders uitdrukt, worden verschillende verschuivingen onderscheiden in de conceptualisering van ouderschap wanneer beschouwd vanuit een pedagogisch perspectief.

Het laatste deel bestaat uit een algemene discussie, gepresenteerd in het zesde hoofdstuk. Het articuleert de voornaamste conclusies van de gevalsstudies, beschrijft de manier waarop de Vertogen in de studies gelijkaardig en verschillend zijn en beargumenteert dat het concept van neuroDiscours over ouderschap geen statisch concept is. Het beargumenteert vervolgens dat het Discours in de boeken ‘absorberende performativiteit’ lijkt te vertonen. Daarnaast wordt voorgesteld dat een focus op het nieuwe van de ouderschapsmetaforen kan helpen om het bewustzijn te verhogen over wat het is waar de metaforen de aandacht op vestigen. Daarna zoomt het hoofdstuk in op de neuroprofessionalisering van ouders. Ten slotte wordt de relevantie van de neurowetenschappen voor ouderschap bediscussieerd. Doorheen het hoofdstuk worden verschillende bezorgdheden op de tafel gelegd ter discussie.

Referenties

Charteris-Black, J. (2004). Corpus approaches to critical metaphor analysis. New York: Palgrave Macmillan.

Gee, J.P. (1999). An introduction to discourse analyses. Theory and method. London: Routledge.

Gee, J.P. (2004). Discourse analyses. What makes it critical? In R. Rogers (Ed.), An introduction to critical discourse analyses in education (pp. 19-50). Mahwah: Lawrence Erlbaum Associates, Inc. Publishers.

Thornton, D.J. (2011). Brain culture. Neuroscience and popular media. New Brunswick: Rutgers University Press.

 

 

 

 

 

Datum:16 sep 2016 →  22 dec 2020
Trefwoorden:neurodiscourse, parenthood
Disciplines:Sociaal werk, Andere sociologie en antropologie
Project type:PhD project