< Terug naar vorige pagina

Project

Een historisch onderzoek naar de adjectiefgroep in het Nederlands.

In dit project wordt de syntaxis van het adjectief in het Nederlands onderzocht van historisch perspectief. De onderzoekshypothese is dat de adjectiefgroep in de loop van de geschiedenis steeds meer 'gelaagd' wordt. Gelaagdheid is een theoretisch concept (zie o.a. Siewierka 1992; Butler 1996, 2003; Butler & Taverniers 2008), dat zijn diensten bewezen heeft in het syntactisch onderzoek naar de bouw van de zin en de nominale groep, en dit onderzoek als idee gebruikt wordt om de veranderingen in de adjectiefgroep te modelleren. Onder de adjectiefgroep wordt in de taalkunde het adjectief (b.v. groot) samen met alle bepalingen (dependentia) bij dat adjectief (b.v. erg groot, heel erg groot) verstaan. De diachrone uitbreiding van de adjectiefgroep kan geïllustreerd worden met de volgende voorbeelden: (1) so eiselika thing ('zo vreselijke dingen') (10e eeuw); (2) een by haer onbekenden deucht ('een bij hen onbekende deugd') (17e eeuw); (3) een naar alle waarschijnlijkheid behoorlijk pakket secundaire arbeidsvoorwaarden (21e eeuw). In voorbeeld (1) krijgt het adjectief 'eiselika' een graadadverbium 'so' als bepaling. Dat is het maximum wat in het Oudnederlands (de periode tot 1200) toegelaten lijkt: complexere adjectiefgroepen komen niet voor. In het Middelnederlands (1200 tot 1500) wordt de adjectiefgroep steeds lijviger, een ontwikkeling die zich voortzet in het Nieuwnederlands (vanaf 1500). Het vroeg-Nieuwnederlandse voorbeeld (2) laat zien dat adjectieven ook plaatsbepalingen - die tot een hogere laag behoren - kunnen hebben, hier in de vorm van een prepositionele groep 'by haer'. Het laat-Nieuwnederlandse voorbeeld (3) is nog complexer: hier wordt het adjectief vooraf gegaan door een modale bepaling ('naar alle waarschijnlijkheid'), die op weer een hogere laag zit.
Datum:1 feb 2009 →  31 jan 2010
Trefwoorden:Adjective phrase, Adjective, Layering, Noun phrase, Diachronic syntax, Functional linguistics
Disciplines:Linguïstiek, Talen, Literatuurwetenschappen, Theorie en methodologie van de linguïstiek, Andere linguïstiek en literatuurwetenschappen