< Terug naar vorige pagina

Project

Emotie intensiteitsprofielen doorheen de tijd: psychologische mechanismen en neurale correlaten

Emoties zijn dynamische processen die zich ontvouwen doorheen de tijd. Eén manier om hun dynamische eigenschappen te bestuderen is de intensiteitsprofiel-methode waarbij mensen gevraagd worden een profiel te tekenen die weergeeft hoe de intensiteit van hun emotie veranderde tijdens een emotionele episode. Intensiteitsprofielen kunnen uiteenlopende vormen aannemen en verschillen voornamelijk in explosiviteit (i.e., de steilheid van de emotionele respons bij aanvang) en accumulatie (i.e. de versterking van de emotionele respons na aanvang). De algemene opzet van dit proefschrift is om een beter inzicht te verkrijgen in de psychologische en neurale mechanismen die betrokken zijn bij de explosiviteit en accumulatie van negatieve emoties.

Hiertoe verzamelden we data betreffende emotiedynamiek in het lab (alle Hoofdstukken) maar ook in het dagelijkse leven (Hoofdstuk 1, Studie 2), waarbij we gebruik maakten van de intensiteitsprofiel-methode. De verkregen profielen werden ontleed in explosiviteits- en accumulatie componenten met behulp van dimensiereductie technieken. Vervolgens identificeerden we de psychologische (Hoofdstuk 1 & 3) en neurale (Hoofdstuk 2 & 4) mechanismen die met explosiviteit en accumulatie geassocieerd zijn.

In Hoofdstuk 1 onderzochten we in twee studies of (trek en situationele) emotieregulatie strategieën predictief zijn voor de mate van explosiviteit en accumulatie in de geobserveerde intensiteitsprofielen. Situationeel rumineren was positief geassocieerd met zowel explosiviteit als accumulatie (Studie 2). Trek rumineren, daarentegen (en specifiek de pieker component), was enkel positief geassocieerd met accumulatie.

In Hoofdstuk 2 gingen we na of explosiviteit en accumulatie verschillende neurale correlaten hebben. Dit was inderdaad het geval, waarbij explosiviteit werd geassocieerd met hersengebieden die betrokken zijn bij zelf-referentiële verwerking (e.g., mediale prefrontale cortex) en accumulatie gelinkt werd aan gebieden die instaan voor de continue monitoring van viscerale arousal (e.g., posterieure insula).

In Hoofdstuk 3 onderzochten we of het manipuleren van perspectief-name een invloed heeft op explosiviteit en accumulatie, en of de ernst van depressie deze effecten modereert. We vonden dat het aannemen van een zelf-afstandelijk (vs. zelf-onderdompelend) perspectief tijdens het ervaren van een negatieve emotie zowel explosiviteit als accumulatie vermindert. Het effect van perspectief-name op accumulatie (maar niet op explosiviteit) werd gemodereerd door depressie.

In Hoofdstuk 4 repliceerden we de bevindingen betreffende de neurale correlaten van explosiviteit en accumulatie (zoals beschreven in Hoofdstuk 2) en de impact van perspectief-name op beide dynamische kenmerken op het niveau van zelf-rapportering (zoals beschreven in Hoofdstuk 3). Perspectief-name had echter geen invloed op de activatie van de neurale correlaten van explosiviteit en accumulatie.

Deze bevindingen dragen samen bij aan ons inzicht in de psychologische en neurale mechanismen die betrokken zijn bij de explosiviteit en accumulatie van emotionele episodes. Beide dynamische kenmerken worden gedeeltelijk door verschillende neurale gebieden aangedreven en worden tot op zekere hoogte verschillend beïnvloed door emotieregulatie strategieën.

Datum:15 sep 2014 →  28 sep 2017
Trefwoorden:emotion dynamics, affective neuroscience, emotion regulation
Disciplines:Toegepaste psychologie
Project type:PhD project